Jij en ik: wat delen we nog?
Het is zo’n miezerige maandagochtend waarop mijn wekker zich te vroeg laat horen, de zon het vertikt te schijnen en de NS ook nog eens besluit wat treinen niet te laten rijden, waarop ik het me opeens afvraag. Zijn we ergens, in de verste verte, nog met elkaar verbonden? Is er, behalve op Facebook, nog iets wat we delen?
Tijdens mijn dagelijkse ritje van de Veluwe naar onze hoofdstad kijk ik om me heen en zie het samenspel van mensen die hetzelfde moeten doorstaan als ik: de maandagochtend. Er is, in overeenstemming met mijn verwachting, niemand die er zin in lijkt te hebben.
De geur van koffie vermengt zich met een frituurlucht en terwijl de een uitvoerig een sudoku oplost, vallen de meeste anderen met onevenredig grote wallen onder hun ogen in slaap tegen het raam van de trein. Tegelijkertijd moet ik glimlachen: de maandagochtend is tenslotte iets wat ons allemaal verbindt. Die ochtend is als het bamihapje onder de frituurmix en de Crocs onder de zomerschoenen: geen hond die er op zit te wachten.
Maar na even nadenken is er meer. Een hele langzame zondagochtend. De glimlach van een vreemde. De NS, waar we dag in dag uit over klagen. Het standaard praatje over het weer dat je voert met een verkoper. De intense onzekerheid wanneer je niet zeker weet of je wel goed bent ingecheckt. Het geluksgevoel wanneer de zon en je gezicht elkaar ontmoeten. En het moment waarop de trein bijna tot stilstand komt, en er altijd een paar mensen zijn die bijna (of helemaal) omvallen.
De eerste kop koffie van de dag. Je lievelingsnummer horen in een openbare ruimte. Filmpjes die viral gaan op social media. En dat we met die social media allemaal uren achter elkaar, onbewust en onbedoeld, druk kunnen zijn. Het Nederlandse weer dat nog altijd meer gespreksstof doet opwaaien dan de inauguratie van een niet nader te noemen Amerikaanse president. En de blijdschap, wanneer de KNSB aangeeft dat het ijs nog te zwak is, maar heel eigenwijs Nederland zich toch op schaatsen begeeft.
Je moet er goed voor kijken of zelfs naar op zoek gaan. Maar in een verdeelde, vervreemde wereld als de onze delen we volgens mij meer dan we in eerste instantie denken. Misschien is dat de volgende maandagochtend wel een goede reden om zomaar eens te glimlachen.