Dabben
‘Yess, yess. Pám, pám, pám’. Deze vreugdekreten worden ondersteund met drie luide slagen op de keukentafel.
Ik schrik op uit mijn stoel en zie vervolgens drie kinderen naar buiten rennen. Er is blijkbaar iets aan de hand tijdens ons traditionele Sinterklaasweekend.
‘Wat gebeurt er in godsnaam’, vraag ik mijn zus en zwager. Zij zitten er nog onverstoord bij.
Ze kijken allang niet meer op van deze oerkreten van hun kroost.
Dolblij komen de kinderen even later weer naar binnen rennen. Buiten adem hijgt de jongste dat ze Gastly hebben. Wat volgt is een onsamenhangend verhaal over een Gengar, evolueren en transformerende Ditto’s. Zielsgelukkig kijkt hij mij aan.
‘Gastly, transDitto. Wát?’, roep ik verbaasd.
‘Weet je dat niet Teet?’. De naam ‘Teet’ ken ik inmiddels wel. Al vele jaren. Hier is geen sprake van een evolutie, maar gewoon een lieve koosnaam. Ooit uitgesproken door mijn, destijds nog, drie jaar oude nichtje.
Het hele weekend doe ik verwoede pogingen om het jargon van deze tijd onder de knie te krijgen. Ik kom echter wanhopig tot de conclusie dat ik ver achter loop.
Net als ik een beeld krijg van Snorlax, Dragonite en Charizard gaan we over op de nieuwste 3D- bril. We staan om de beurten in een virtual reality, als haai, te happen naar vis. Het ziet er niet uit. Maar het is een dab waard. Officieel is dat een dancemove. Het lijkt echter op een harde nies. Je maakt de move eigenlijk als je een beat dropt. Het mag inmiddels ook na een goede prestatie of een uiting van je emotie. Als je hem maar voelt. Daar gaat het om.
We leven mee met de ‘steals’ van Guus, Ali B en Sanne tijdens de Voice. Om vervolgens skills te ontwikkelen voor de waterbottleflip-challenge.
Regelmatig krijg ik dit weekend een diepe zucht naar mijn hoofd geslingerd. Inclusief rollende ogen.
Gelukkig heeft mijn zus meer geduld. Ze praat mij bij over mega EX, spammen en battelen in the gym
Dan komt het moment dat er afgewassen moet worden. We hebben een huisje zonder vaatwasser. (ja, dat bestaat nog). Ik vraag aan de kinderen wie er wil afwassen. Drie paar ogen kijken mij ademloos aan.
‘Afwassen?’ zegt de middelste bijna-puber van elf, ‘dat is toch met zo’n borsteltje in warm water’.
Zwager, zus en ik kijken elkaar aan. We zuchten hard. We rollen theatraal met onze ogen. Vervolgens laten we tegelijkertijd onze hoofden zakken. Richting onze ellebogen. Alsof we moeten niezen. Dáááb!