Dood door mijn schuld?

Krissie van den Broek 24 aug 2016

Al bijna een uur staar ik naar een blanco beeldscherm. Ik weet waarover ik wil schrijven, maar heb geen flauw idee hoe. Eigenlijk is het ook gewoon te ingewikkeld voor woorden. Hij was veel te jong, veel te ziek en veel te klaar met alles en iedereen. Ik wist hoe serieus zijn plannen waren en mijn hart ging dan ook acuut als een malle tekeer zodra ik doorhad dat hij kwijt was. Weggelopen van de psychiatrische afdeling waar ik destijds werkte. Iedereen zocht overal, maar al vrij snel rinkelde de telefoon. Gevlucht, gesprongen, gevonden.

Van de uren daarna herinner ik me slechts flarden. Ik weet nog dat ik heel hard heb gehuild, terwijl een collega haar best deed me gerust te stellen: misschien valt het wel mee, we weten immers nog niets zeker. Allebei wisten we natuurlijk dondersgoed dat dit klinkklare onzin was. Om me heen werd koortsachtig getelefoneerd met de eerste hulp en de familie. Er werd aangebeld en twee breedgeschouderde politieagenten stonden voor de afdelingsdeur. Ik moest mee, samen met een collega.

Ze waren best vriendelijk, maar toch had ik alleen maar oog voor de revolvers en handboeien die aan hun riem hingen. Samen reconstrueerden we de hele dag, en op dat moment wist ik: mede door mij was er vandaag iemand dood gegaan. Ik had zijn verhaal beter moeten overdragen, scherper op hem moeten letten en minder afgeleid moeten zijn door de drukte van alledag. Dan was dit waarschijnlijk niet gebeurd, in ieder geval niet gedurende deze middag.

Er volgden evaluaties, nabesprekingen, afspraken met naasten. Na slechts enkele weken leek het echter alsof er niets was gebeurd. Over tot de orde van de dag. Bijna niemand had door dat ik vanbinnen werd opgevreten door schuldgevoel. Onzin vond men het, want was het niet die dag gebeurd, dan had het wel op een ander moment plaatsgevonden. Zoiets kun je immers niet tegenhouden als hulpverlener. Dat het eindeloos herhalen van deze voor mij betekenisloze zinnen totaal geen effect op me had werd eigenlijk nauwelijks opgemerkt.

Nog altijd weet ik zeker dat het anders had kunnen lopen die dag. En hoewel het schuldgevoel langzaamaan enigszins naar de achtergrond is verdwenen, weet ik dat het nooit helemaal weg zal zijn. Hij was veel te jong, veel te ziek en veel te klaar met alles en iedereen. Wat zou ik graag bepaalde dingen anders hebben gedaan. Maar het allerliefste zou ik willen, dat ik méér had kunnen doen…