Zeikstralend Nederland
Na negen jaar hartje Spanje, hangt mijn onderbroek inmiddels op mijn enkels. Wat is er in godsnaam aan de hand in mijn land waar ik altijd zo trots op geweest ben. Het lijkt wel of er constant problemen gecreëerd worden om er maar genoeglijk over te kunnen brommen en te grommen. Klagen om de dag door te komen. Niets wordt gespaard. Alles is tot rede gebombardeerd om te zeikstralen. Wordt er niet meer geleefd en genoten? En dan ook nog altijd maar met het vingertje wijzend. Er van uitgaand dat het leven eeuwig is. Meer, meer en nog meer. Kankerend door het leven. In mijn optiek is Nederland over de top.
Het wordt misschien tijd dat mijn geliefde vaderland weer eens een opdondertje krijgt. Dat er weer eens wat belletjes gaan rinkelen. Dat er weer eens gevoeld kan worden wat er wél goed aan is om te leven in één van de rijkste landen in deze wereld.
Met mijn 51 jaar en een fulltime Spaanse kutbaan die netto net iets meer oplevert dan de helft van een basisuitkering in Nederland, in een land met 4 miljoen werklozen, heb ik niets te klagen. Niets te klagen omdat ik in grote lijnen alles heb gekregen wat ik ooit wilde bereiken. Een leven in conformiteit. Voldaan met alles wat ik wél heb. En niet met wat ik niet heb, of ooit zou moeten of kunnen krijgen. Of hoe het beter moet, of kan. En geloof me: ik eet beter dan in wat-voor-Nederlands-restaurant dan ook. Met topwijnen waar menigeen nog een puntje aan zou kunnen zuigen. Voor mij geen nieuwe auto, mijn bakkie van 20 jaar oud doet het nog prima. En zelfs een eventuele eigen eerste Spaanse fiets – als ik die al zou wensen – moet volledig op de afbetaling. Zelfs een aanbetaling zit er niet in. Maar in het geheel geen geklaag.
Als het een beetje meezit, gaat mijn ‘being’ nog 20 jaar mee. En dan is het over en uit. Voor altijd. Mijn ´harde schijf´ zal verdwijnen in het niets. Om nooit meer terug te keren. En tot die tijd gekomen is, leef ik een leven waar de gefortuneerden onder ons jaloers op zouden kunnen zijn. Zij hebben alles, maar velen hebben niets. En ik heb niets, maar werkelijk alles.
Desalniettemin wens ik iedereen het beste. Mensen met geld en mensen zonder geld. Maar kanker wat minder, lieve medelanders. Hou eens op met het dagelijks onnodig ge-ouwe-tering-hoer. Het is het allemaal niet waard. En ik? Ik kan het weten. Want in het allerarmste stukje Spanje, heb ik het licht gezien. Rest me nog één ding zeikstralend Nederland: zeik wat minder en straal wat meer.