Pepernoten & Privacy: Bizarre Bibliotheekavonturen

Embar 6 apr 2016

De bibliotheek staat niet bekend als een avontuurlijke plek, maar ik vraag me af hoe terecht dat is. Bivakkeer een paar dagen tussen de boeken en voor je het weet lijkt het of je zelf in een of ander bizar verhaal bent beland.

Zo zat ik er eens aan een bureau te werken toen een jongen me vriendelijk verzocht even aan de kant te gaan en vervolgens een zak pepernoten in de bureaula propte. “Ik stop even mijn pepernoten hierin,” lichtte hij toe, “voor de volgende keer dat ik hier kom. Oké?” Voor ik kon antwoorden was hij alweer weg. Wie weet hoeveel Sinterklaas-gerelateerde producten hij nog op specifieke plekken moest opbergen. Dit lijkt me een prima begin voor een thriller waarin achtergelaten pepernoten wijzen op naderende misdaden – Het Zoet Gekruide Onheil.

Een andere keer belandde ik in een scène die zo past in een tragische biografie van een onbegrepen man toen een oudere heer me aansprak. “Mevrouw,” begon hij beleefd, “wat zou u ervan vinden als ik u zei: Krijg de tering?” “Nou,” besloot ik na enig nadenken, “dat zou ik niet prettig vinden”. Waarop hij ergens het Van Dale Groot Uitdrukkingenwoordenboek vandaan trok en riep: “dat lijkt mij ook! Maar het staat hier toch echt in!” Uit de lange monoloog die hij daarna hield bleek zijn verontwaardiging over de aanwezigheid van deze uitdrukking in een erkend woordenboek. Ik begreep de boodschap, maar kon me lastig voorstellen dat hij iemand zou vinden die deze gevoelens zo sterk met hem deelt. Een boek hierover met de titel De Eenzame Tering zou ik sowieso lezen.

Zelfs voor romans over hedendaagse normen en waarden vind je stof in de bieb. Toen ik laatst aan een tafel aanschoof en half bewust mijn ogen even liet rusten op de papieren van de man naast me, schoof hij me een brief onder de neus en snauwde: “Wilt u dit soms ook even lezen?” Ik keek hem verdwaasd aan, maar hij bleef boos met de brief zwaaien. “Ik houd niet van mensen die andermans papieren lezen,” verklaarde hij, en voegde er wat standpunten aan toe over privacy die ik niet kon volgen. Bekomen van de schrik mompelde ik een reactie een politicus waardig (“doe eens even normaal, man”) en beëindigde het gesprek. Later bood hij zijn excuses aan en we gingen goed uit elkaar, maar het zet je wel aan het denken. De Vrouw Die Mijn Papieren Las lijkt me een ongeschreven meesterwerk.

Of iemand deze verhalen ooit in boekvorm om zal zetten valt niet te zeggen. En eigenlijk is dat niet eens echt nodig. Ik kan zo ook al eindeloos van ze genieten.