De colsjaal en de oude vrouw

De lente is overduidelijk nog niet begonnen, elke ochtend zes uur s’ochtends fietsen in de kou met een col om mijn nek gewrongen, zo krachtig dat het bijna op wurging lijkt, zuur kijkende automobilisten die mij passeren. Of witte ademwolkjes die je richting worden opgeblazen. Als ik na een zwaar vermoeiende schooldag de trein instap lijkt er niks veranderd te zijn. Een chagrijnige moeder met twee krijsende kinderen naast haar. Broodkruimels en plastic zakjes onder mijn voeten, maar er lijkt enigszins wel wat verandert te zijn.

Tegenover mij zit een wat vermoeide maar glimlachende oudere vrouw, samen met een ander klasgenootje speculerend over een nieuwe app staart ze ons wat glazig aan. Als mijn klasgenote uitgestapt is bij haar halte schuift de vrouw wat meer mijn richting op. ‘Mooi weer hé’ zegt ze, ik kan haar half verstaan want achter ons zit een hele groep scholieren hardop te lachen. Ik glimlach wat ongemakkelijk en knik. Ik versta er geen hol van maar het doet de vrouw een groot plezier, af te lezen van haar gezicht. Na wat gepraat te hebben over de natuur van de Oostvaardersplassen zucht ze diep en doet ze haar ogen dicht, het gesprek is overduidelijk beëindigd en ik staar nog zeker een kwartier naar de slapende vrouw. ‘Lelystad Centrum’ roept de omroeper en ik sta op, mijn grote lompe rugzak schuurt even tegen haar knieën aan, ze doet één oog open en dan verschijnt er een glimlach op haar gerimpelde gezicht. De deuren sluiten zich bijna weer en ik sprint de felgele deuren van de Sprinter uit. Ze zwaait nog snel maar ik ben ondertussen al beneden met de roltrap.

Na nog zo’n vijftig ochtenden met een kriebelende col om mijn nek, en heel wat treingereis met krijsende kinderen en boze moeders lijkt het weer zo’n ochtend te worden. Die terugreis in de middag blijkt heel anders te zijn, ik stap uit de Sprinter, het is rustig op het station, Het galmt zelfs een beetje. Als ik haastig de trap afloop om mijn bus te halen, die de meest ongeduldige buschauffeur bevat van heel Nederland, kruist een oudere vrouw mijn pad. Ik stop om mijn excuses vluchtig aan te bieden maar de vrouw is al doorgelopen. Als ik boos mompelend verder loop (deels omdat ik mijn bus gemist heb) kijk ik achterom. Het is de oudere vrouw, nu kijkt zij ook om ze glimlacht. En dan ben ik eigenlijk best wel blij dat ik mijn bus heb gemist. Gewoon om dat mooie moment weer te herbeleven.