Kleur

Kleur
Met metro 51 rijden is niet altijd een onverdeeld genoegen vanwege de regelmatig terugke-rende storingen. De ergernis wordt echter enigszins verminderd door de medepassagiers, als je er eenmaal in zit. Zoals de onverwachte bezoeker die onlangs veel goed maakte. Er stapte een man in van wie ik aanvankelijk dacht dat het een acteur was, zo bizar zag hij er uit. Een grote slappe hoed, lang haar, gescheurde broek, een rugzak van een ondefinieerbare kleur. Een acteur zou zich echter niet lenen voor de afgrijselijke stank die hij verspreidde.
Met een ernstige blik keek hij om zich heen naar de, voor zo ver mogelijk, achteruit dein-zende passagiers.
De rugzak ging af. Met langzame zeer bedachtzame gebaren haalde hij er een doek uit die op het middenpad werd uitgespreid. Het volgende voorwerp was een groezelig bordje, waarop een halfopgegeten boterham werd neergelegd. Onder grote belangstelling van een zwijgende menigte haalde hij een thermosfles te voorschijn waar hij langdurig in tuurde, concludeerde dat dit geen duidelijkheid gaf en begon zijn boterham op te eten.
Hierna werd alles heel omslachtig opgeborgen in de rugzak, hij strekte zich, liet een luide boer, wierp een strenge blik om zich heen en stapte uit. Ik genoot.
De gemengde gevoelens bij de andere reizigers waren minstens zo interessant. Lacherige gezichten, afkeuring bij dames die dachten: dit kán toch niet? En ik? Voor mij was zoiets een lichtpuntje op de dag, ik voelde me trots om in het kleurrijke Amsterdam te wonen waar alles kan en mag wat God verbiedt.

Els Hellinga