Is God nog in Nederland?

Geloven in een God, is dat nog van deze tijd? Mensen kunnen niet tegen onverklaarbare gebeurtenissen, dus gaan ze op zoek naar een verklaring. Eerst kwam die verklaring vanuit religie, maar ondertussen hebben we wetenschap. Sinds geleerdheid geen schande meer is hebben veel mensen het licht gezien. Althans, dat denken we.

Rond de jaren ’60 zagen veel mensen in dat een heilig boontje zijn niet alles is. Het geloof ging zich minder streng uiten waardoor naar de kerk gaan onderaan de to-do-list kwam. Hier en daar zijn nog een paar fanatieke kerkgangers in Nederland, waarvan de meeste in de bijbelgordel wonen. Toch lopen er een heleboel gelovigen rond. Je hoeft niet in een ‘geloofshokje’ (zoals moslim of christen) gepropt te worden om religieus te zijn.

Veel mensen zijn bang voor de dood, omdat ze niet weten wat er daarna gebeurd. Daarnaast zijn reïncarnatie, karma en het zesde zintuig zaken waar veel ‘niet-gelovigen’ toch van overtuigd zijn. Het amusante aan deze opsomming is dat ze alle drie vanuit het Boeddhisme komen. Desalniettemin zien maar weinig Nederlandse burgers Boeddha als hun ontwaker. Naar schatting zijn er 170.000 Boeddhisten in Nederland, waarvan 70.000 allochtoon zijn.

Het lijkt er op dat Nederland trouw is aan de wetenschap, maar toch naar religie grijpt als het om onduidelijke gebeurtenissen gaat. Een concreet voorbeeld is dat de aarde toch niet zo plat is dan we dachten. Ik hoor men al roepen: “lang leve wetenschap!”, terwijl wetenschap niet het enige is waar onze bewustheid ligt. Het grauwe gebied waar we naar toe gaan als we dood zijn, heeft nog niemand laten zien. Dus dat is onverklaarbaar. Dus denken we zelf een antwoord te hebben. Toch komt dat antwoord niet van onszelf, nee, daar komt een oeroude religie bij kijken. Is geloven in een God van deze tijd? Nee, dat niet. Toch gelooft Nederland massaal.