Een Syrische gentleman

Cornelie_S 7 jan 2016

Wat kan ik me irriteren aan mensen die een oordeel vellen over vluchtelingen, zonder dat ze contact met ze hebben gehad of een poging daartoe wagen. Laten we eens kijken naar de mannen in het uitgaansleven in Groningen. De gemiddelde koorbal praat hooguit vijf minuten met me voordat hij de alom bekende vraag stelt: “Neuken?” Soms wordt het ietwat subtieler aangepakt en informeert de benevelde jongen in kwestie niet alleen naar mijn naam en leeftijd maar ook naar mijn hobby’s. Hebben ze bij mij niet beet? Dan gaan ze lallend door naar de volgende chick, die wellicht wel genoeg gedronken heeft om in te gaan op hun ‘charmes’. Hebben zulke jongens me ooit naar huis gebracht? Behalve als ze zicht hadden op een onenightstand? Nou, nee.

Túúrlijk ben ik nu aan het generaliseren. Er zijn ongetwijfeld genoeg koorknapen die galant zijn en niet binnen één minuut in je oor staan te hijgen. Als ik het nieuws mag geloven hoef ik deze jongens echter niet te schuwen. Nee, waar ik als vrouw nou écht voor op moet passen, dat zijn de vluchtelingen!

Nu was ik onlangs in de kroeg en viel mijn oog op een jongen met donker haar en lieve, helderblauwe ogen. Onze blikken kruisten elkaar en ik moet eerlijk bekennen dat ik moeite had mijn ogen van hem af te houden. Hij bleek een Syrische vluchteling te zijn die sinds twee maanden in Nederland is. Zijn Engels was gebrekkig, maar zijn twee vrienden spraken het beter waardoor we goed konden communiceren. Op het einde van de avond stonden ze erop om me thuis te brengen. En dan hoor je de alarmbellen bij menig Nederlander al rinkelen. “Moet je dat nou wel doen meisje?” Ja, ik heb ze me naar huis laten brengen.

De weg naar mijn huis was donker en verlaten. Daar liep ik, samen met drie Syrische mannen. Één ervan had mijn fiets gepakt, zodat ik makkelijker kon lopen. Heb ik me ook maar één moment onveilig gevoeld? Nee. Gedacht dat ze mijn fiets mee zouden nemen? Nee. We hebben het over onze verschillende culturen gehad en de sfeer was fijn en gemoedelijk. Voor mijn deur namen ze afscheid. Ze repten met geen woord over mee naar boven gaan, ook niet de jongen met die ontzettend mooie ogen met wie ik zo’n chemie voelde. Het enige wat hij vroeg was mijn telefoonnummer. En dat, dat heeft hij gekregen.