Bijgeloof

Jan-Kees 29 jan 2016

Terwijl het buiten nat en koud is zit ik op de bank, onder het genot van een knetterende en verwarmende houtkachel. Het geeft me een gevoel wat me doet denken aan voor de hand liggende spreekwoorden.
Het is als een sfeerplaatje van een meubelzaak foldertje. Een vrouw met burgerlijk blond haar, in een enorme bank, die zonder iets te doen lachend naar de open haard kijkt. Zo van; alles komt goed, mijn kinderen eten twee stuks fruit per dag en mijn man kookt zonder iets aan te branden. Ik ben geen vrouw en er mag dan wel geen blond haar aan m’n hoofd hangen maar toch voel ik me precies als wat die vrouw uitbeeld op de foto. Dat ging niet zonder slag of stoot, ik heb er mijn trouwe partner voor aan de kant moeten zetten. Mijn partner ‘Bijgeloof’ zit vaak naast me op de bank en voorspeld graag over de gevolgen van geluk.

Toen ik Dinsdag een goed cijfer haalde zei hij: Dan wordt het etentje er na vast niet leuk. Na het etentje moest ik van hem aannemen dat ik niet lekker zou slapen na al die indrukken. Toen ik uitgerust wakker werd, was m’n lieve Bijgeloof al lang wakker. Hij wees naar de bank en deed zich voor als helderziende: Je gaat nu de hele dag niets bijzonders uitvoeren en je dit pas realiseren aan het einde van de dag. Op donderdagavond werd ik de les geleerd. Hij legde uit dat hoe beter het nu gaat hoe slechter de volgende week zou verlopen.
Vrijdagavond was nog steeds alles oké, hij zat op m’n bed en trok z’n wenkbrauw op: Je denkt toch niet dat je nog lang te leven hebt he, er ontploft dinsdag een bom in de trein naar Nijmegen.
Zaterdagmorgen tijdens het tandenpoetsen was hij diep, diep verbitterd: Ik heb het gevoel dat je niet meer naar me luistert. Je moet wel alert blijven, anders overkomt het ongeluk je!

Uiteindelijk heb ik het uitgemaakt met Bijgeloof. We bleken toch geen match, soms groei je uit elkaar. Het klinkt misschien als een bevrijding, maar het betekend niet dat ik niets meer voor hem voel. M’n Bijgeloof is het huis uit, hij roept soms nog wat vervelends door de brievenbus. Gelukkig deert het mij niet meer. Op zaterdagavond knettert het vuurtje in de houtkachel en probeer ik me zoals de burgerlijke blonde vrouw te voelen.