Het antwoord bestaat niet

Han Maas 5 nov 2015

Een droge, frisse en zonnige herfst is net zo aangenaam als volop zomer. Nog geen winter maar de zomer is zeer beslist achter de rug. De winter, die voor liefhebbers van warmte vaak een einde betekent van een jaar, of misschien een periode, in de wetenschap dat alles zich zal herhalen… De enige voorwaarde is dat je blijft leven: hoe moeilijk of makkelijk dat ook is, het is nooit vanzelfsprekend.
Voor anderen is het weer een begin: schaatsen uit het vet, erwtensoep en genieten van de kunstmatige warmte van de winter: de kachel.

Ik loop over de begraafplaats waar ook mijn ouders liggen; ik zal ze weldra bezoeken terwijl ik dat iedere dag doe: in mijn hoofd. Wat is het definitieve toch definitief. Als het kind van vroeger raap ik kastanjes van de grond op; alleen de gave stop ik in mijn zak. De beschadigde en zanderige exemplaren mik ik tegen een boom. Als dat lukt, slaak ik een euforisch ‘Yes’. Soms gooi ik er eentje loodrecht in de lucht, ogen dicht en horen (hopelijk niet voelen) waar hij terechtkomt – dat kind wil ik nooit kwijt.
De grafstenen vermelden de geboorte- en de sterfdata: ik reken diverse leeftijden uit… Bij sommige sta ik even stil… ‘Tjonge, ook niet oud geworden…’ Grafstenen dwingen mij tot denken: je druk maken is even onzinnig als onvermijdelijk. Zou mevrouw… gelukkig zijn geweest? Of, zou mijnheer… ooit werkloos zijn geworden? – In ieder geval is deze branche conjunctuur ongevoelig: klanten zat. Hooguit wordt er bespaard op een tweede kopje koffie met of zonder cake. Goedkopere bloemen, dezelfde zwarte jurk of hetzelfde pak aantrekken als bij de vorige begrafenis.

Mensen sterven als het hun tijd is. Waarom? – een retorische vraag met een onbevredigend antwoord, maar in ieder geval ís er een antwoord: mensen zijn sterfelijk.
Even verderop: graven met beertjes, autootjes en ander kinderspeelgoed erop. Jonge ouders staan bij een kindergraf…
Waar je ook in gelooft of niet, nooit heb ik begrepen en zal ik begrijpen wat de reden is dat kinderen worden geboren om luttele jaren, maanden, zelfs dagen na hun geboorte alweer te moeten sterven. Deze vraag is niet retorisch; het antwoord hierop bestaat niet. En als het gegeven wordt, accepteer ik het niet. Een kindje, kind, groot kind, volwassen kind moet tot in lengte van dagen kastanjes kunnen rapen en zich verheugen op tijden die komen gaan…