Geen aanspraak
Joep was zo’n alleenstaande oude baas voor wie scheren geen prioriteit was. ‘s Vrijdags leek hij hetzelfde hemd te dragen dat hij ‘s maandags had aangetrokken. Dat werkte het vooroordeel in de hand dat hij niet fris zou rieken. In werkelijkheid lagen er 20 precies dezelfde hemden in zijn kast. Mensen neigen ernaar om van een eenzaat met twee hondjes een karikatuur te maken. De gefantaseerde rondzoemende beschrijving, dat hij met een versleten touwtje om zijn middel zijn broek ophield, droeg bij aan dat onterechte beeld.
Onlangs bevestigde Joep het stereotiepe beeld van de verslonzende oude man.
Hij werd gesignaleerd met drie honden. Alle drie aan de lijn in één hand, terwijl hij met de andere hand zijn broek ophield. Een touwtje om zijn middel was nu een uitkomst geweest, want bij iedere stap leek de broek verder uit zijn hand te glippen. De laatste meters naar zijn huis volbracht hij schuifelend als een geisha met samengeknepen billen. Zijn broek hing inmiddels op zijn enkels.
Dat werd het gesprek van de dag, want de omschrijving van een slonzig ogende man leek te kloppen. En dan die derde hond… Het was al zo’n uitdragerij bij hem thuis.
Het toeval wil, dat ik hem even daarvoor had zien praten met een man, ook met een hond. Deze had zijn fiets op de standaard gezet terwijl hij zijn hond afschermde van een vechthond, die hen hinderlijk volgde. Het betrof een gespierde Engelse bullterriër. Voor de kenner een prachtdier, dat wel eens wordt beschreven als een stoere gladiator. Een buitenstaander kan zo’n imposant dier echter bedreigend vinden. In ieder geval was deze man doodsbenauwd.
Onze Joep stapte echter onbevreesd op die hond af. Hij maakte zijn broeksriem los en fröbelde deze om de halsband van de terriër. Met alle drie riemen in zijn ene hand hield hij een drietal enthousiast op en neer springende honden in bedwang. Toen hij zich van de angstige man verwijderde, maakte deze van de gelegenheid gebruik om er op de fiets samen met zijn eigen hond haastig vandoor te gaan. Een dankjewel zat er niet in.
Die man leek eigenlijk veel banger dat de praatgrage Joep aan hem zou blijven kleven. Blijkbaar moest hij zich naar zijn werk haasten. Ook was het mogelijk, dat zijn fysiotherapeut reikhalzend naar hem uitkeek. En anders moest hij zich naar huis reppen, omdat er een rollade kon verschroeien in de oven.