Gat in de markt

Eind augustus kriebelt het al bij mij. Een licht gevoel van nervositeit maakt zich van mij meester. Als je naar me luistert, denk je vast dat ik rijp ben voor de divan van de psychiater.
Misschien is dat wel een goed idee. Bekennen dat je ergens mee worstelt, is booming business en zelfs Katja Schuurman bekent ruiterlijk dat ze last heeft van dwangmatige handelingen.
Ik krijg vast de diagnose posttraumatisch stresssyndroom, want het is natuurlijk krankzinnig dat ik decennia later rond de laatste maand van het jaar in mijn hoofd de scène afspeel waarin ik de kerstkaarten van de deurmat afpluk.
Het is op dat moment nauwelijks twee maanden geleden dat mijn vader overleed en een lange stoet hem begeleidde naar zijn laatste rustplaats.
Ik snapte niet hoe mensen ons fijne feestdagen konden toewensen. Mijn moeder en ik kropen onder de kerstboom, jankten de ogen uit onze kop. De buren ontvingen ons met troostende armen, gealarmeerd door ons gehuil waartegen de scheidingsmuren niet bestand waren.
Kerstmis is door de jaren heen nauwelijks veranderd. Het is nog steeds vooral een familiesamenzijn.
Wel veranderde het commerciële landschap drastisch. Waar eerst nog sprake was van fondue-etentjes binnenshuis, rukt nu de kerstman in zijn arrenslee op en worden we overladen met kerstliedjes. Iedereen doet een duit in het zakje van de kerstman. BN’ers brengen nieuwe albums uit, de touringcarbussen brengen ons naar de kerstmarkten. Alles om maar in de stemming te komen van saamhorigheid en vrede op aarde. Kerstmis is het feest van het licht en daarbij hoort ook de kersttoespraak van onze vorst. Hij mag licht in de duisternis doen schijnen.
In 2009 sprak onze toenmalige koningin Beatrix uit dat ‘persoonlijke vrijheid los is komen te staan van verbondenheid met de samenleving’. We blijven op afstand, veilig verscholen achter de schermpjes van onze smartphones.
Ik ben een kersthater. Val mij niet lastig met kerstselfies op Facebook, Instagram of WhatsApp. Ik wil ook geen hotelaanbiedingen met ‘sfeervolle kerstarrangementen’.
Voor mij geen gedoe: Wat doen we met moeder, neem jij haar of ik? Ik zoek een kerstvrij hotel. Eentje waar ik in mijn jeans met slobbertrui een lekkere stamppotmaaltijd verorber en door de bossen kuier, samen met mijn lief. Is er überhaupt in Nederland zo’n hotel te vinden?
En gemeenten: vaardig een verbod uit op pop-up stores die in augustus al als kerstwinkel in het straatbeeld opdoemen.
Amen!