Trauma

Ik probeer een middagdutje te doen als ik word opgeschrikt door een stem in de trein. “Slecht nieuws…..” klinkt het door de luidspreker. Moeizaam kom ik overeind om me voor te bereiden op een extra overstap. “Door een aanrijding met een persoon is er tijdelijk geen treinverkeer mogelijk tussen Tilburg en Roosendaal,” de stem gaat werktuigelijk verder. Ik bijt op mijn lip en kijk naar buiten, de rest van de woorden gaat langs me heen. Elke keer als er zo’n mededeling komt, knapt er iets van binnen.
Een dame met een lange jas houdt haar pas in en draait zich om op het perron. Vast om een andere trein te zoeken. Op het digitale bestemmingenbord naast mijn hoofd staat de mededeling ook vermeld, in keurige blauwe letters: “…aanrijding met een persoon.” De mededeling maakt me kwaad. Ooit slingerde ik die frustratie op twitter, een vriendelijke medewerker van NS beantwoordde mijn tweet met de informatie dat sommige reizigers graag willen weten waardoor de vertraging wordt veroorzaakt. De NS zit natuurlijk niet te wachten op extra klachten, dat snap ik wel. Maar deze woorden maken me stil.
Ergens op deze wereld is een ouder zijn kind verloren. Er is een mens die zijn vriend verliest. Een familie die vanaf vandaag nooit meer compleet zal zijn. Ik ben weer helemaal wakker.
Daar op het spoor tussen Tilburg en Roosendaal zal de politie op zoek gaan naar aanwijzingen, een portemonnee of een telefoon, om te zoeken naar de identiteit van het slachtoffer. Wie was hij of zij? Wie zijn de nabestaanden? Ze zullen dat oh zo moeilijke gesprek aan moeten gaan met die nare boodschap van het overlijden.
Er zijn dingen veranderd vandaag. Niet ver van hier is er iemand succesvol ontsnapt aan de zwaarte van zijn leven, aan de demonen in zijn hoofd. En tegelijkertijd zijn er nieuwe trauma’s geboren. Maar hoe hard het ook is, het leven gaat gewoon weer door. Het spoor zal opgeschoond worden, vanavond rijden de treinen weer normaal. Die knipperende mededeling zal straks weer van het scherm verdwijnen. De mensen die vandaag moeten omreizen zijn het morgen vergeten.
Ik sla mijn ogen neer als ik op mijn eindstation de tekst nogmaals op het scherm zie staan. Het leven, waar ik nog zo volop in sta, kan ook zo fragiel zijn. Bijna voel ik me schuldig dat ik wel op tijd thuis kom. Wat is de wereld toch bizar.