‘De Rechtspraak’

HermanToorman 24 sep 2015

Ooit kreeg ik een bekeuring in de bus voor het tegen de richting in rijden in een straat met éénrichtingsverkeer. Ik was daar nooit geweest en heb het ‘laten voorkomen’. Dan kom je voor een politierechter. Die bekijkt in alle rust wat er aan de hand is en neemt dan een beslissing in redelijkheid.

Een tijdje terug liep het helemaal anders. Op een ochtend moest ik in Apeldoorn zijn. Na aankomst op het station liep ik het station uit met een OV-fiets aan de hand. In Apeldoorn kun je dan gewoon doorlopen, ideaal. M’n eerste afspraak was op het stationsplein en ik heb ik eerst grondig rondgekeken of er verbodsborden aanwezig waren. Er waren wel allerlei borden, maar geen verbod op het stallen van fietsen. Dus ik leg mijn OV-fiets aan een lantaarnpaal.
Na een uurtje kom ik terug en blijkt mijn fiets verdwenen. Navraag leert dat de fiets dan in het gemeentelijke depot ergens in een veraf gelegen industriegebied is terug te halen. Maar waarom?
In de stalling weet men dat er een ‘zone’ is. Ver buiten het stationsplein staan borden met de mededeling dat je je fiets niet mag parkeren op het stationsplein. Maar op het plein zelf is daar inderdaad niets van te zien. Elke dag zijn er drie mensen bezig om tientallen fietsen ‘weg te knippen’ en op een vrachtwagentje naar het depot af te voeren.

Ik viel van m’n stoel van verbazing! Waarom niet eens beginnen met een duidelijk bord?

M’n fiets kreeg ik terug onder betaling van €25. De kapot geknipte ketting werd door OV-fiets vervangen. Maar ik vond het toch een beetje raar. Het bleek te gaan om ‘spoedeisende bestuursdwang’. Kun je tegen in bezwaar en beroep gaan. Wordt natuurlijk afgewezen.

Wat blijkt? Om de hoek, vanaf het plein vrijwel niet zichtbaar, staat 1 bord met het verbod. De bestuursrechter vraagt zich niet af of dat redelijk is, maar alleen of er een hogere uitspraak bestaat die dit wel voldoende vindt. Toen ik aanvoerde dat de situatie ter plaatse gewoon niet redelijk is omdat je niet weet wanneer je mag besluiten dat een bord er kennelijk niet is, maakte de rechter me belachelijk: ‘Wat moet de gemeente dan doen? Een driedimensionaal bord plaatsen?’. Wat moet je daar op zeggen?

Uiteraard verloor ik de zaak. Bij de bestuursrechter moet je niet binnenkomen zonder advocaat.
Maar: waarom wil de gemeente geen borden plaatsen op plekken waar je ze als fietsbezitter ook kan zien??????