De bejaarde meneer op het terras

Irene Hovenga 25 aug 2015

Een heerlijke zomervakantie. Dat is wat de meesten van ons inmiddels weer achter de rug hebben. Een tijd van drankjes drinken op het terras, urenlang bakken op het strand en tot in de nachtelijke uren dansen op zomerse festivals. Zo zat ik ook eens te genieten op een terrasje. Iedereen zoekt familie en vrienden op om te genieten van de zeldzame Nederlandse zonnestralen. Iedereen is vrolijk en het volk lijkt gek genoeg veel vrolijker te zijn dan normaal. Tot mijn oog viel op een bejaarde meneer die alleen aan tafel zat met een kopje koffie. Op zich niks raars aan, maar toch bekroop me een bepaald gevoel, die me wel vaker bekruipt wanneer ik ouderen alleen zie zitten in een openbare gelegenheid. Deze meneer leek nog te kunnen genieten van alle glorie om zich heen, maar ik begon me af te vragen of hij eenmaal thuis nog steeds wel zo kon genieten. Of hij niet helemaal alleen zou zijn bij thuiskomst. Of hij nog even een keer de gezelligheid en vreugde wou proeven die hij nog zo goed had gekend van vroeger. Of hij zijn vrouw misschien zou missen en zijn andere overleden dierbaren. Of hij niet een brok in zijn keel heeft bij de gedachte aan het samenzijn met anderen, het delen van het mooie weer en de gezelligheid. Ik vind het jammer dat we in een welvarend, dichtbevolkt land nog zoveel eenzame ouderen hebben. Ouderen die hebben meegevochten in de oorlog, die iets hebben betekend voor ons land, die bittere tijden hebben doorstaan om uiteindelijk eenzaam en alleen te eindigen. Om uiteindelijk alleen plaats te nemen op het terras, om van hun AOW’tje te genieten van een kopje koffie, wat al een hele traktatie voor ze is. Ze hebben ooit geparticipeerd in onze maatschappij, net als jij en ik, maar nu lijken ze wel vergeten. Je begint het bijna naar te vinden om ouder te worden. We willen allemaal wel 100 jaar worden, maar die verdomde eenzaamheid die op de loer ligt als iedereen om je heen wegvalt… Je hoopt maar dat de relatie met jezelf goed genoeg blijft om de dingen te blijven doen waar je van geniet. Je hoopt dat je lichamelijke toestand het toelaat en dat je mentale toestand je het gouden randje van het leven niet laat vergeten. Deze gedachte bekruipt me en doet me willen aanschuiven bij de bejaarde meneer op het terras met zijn kopje koffie. Zodat we kunnen praten over zijn leven en kunnen genieten van de zomer. Maar het zijn aannames die ik doe. Ik hoop dat deze meneer thuis nog lekker bij zijn lief aan kan schuiven om te genieten van de zomer.