Hitsig #treinleven
De penetrante geur van vers zweet vult wagon 8728. Terwijl ik wacht op het fluitsignaal van de conducteur, komt een gezette dame mijn kant op met een tas van Smullers en twee koffers die zij amper mee de trein in krijgt. Zwoegend en op zoek naar een geschikte plek puft en kreunt ze het uit. Ik zie mijn medereizigers in stilte hopen dat zij, met haar bagage, aan hen voorbij zal gaan. Helaas ben ik de klos. Met een plof komt de dame in kwestie neer op de plaats naast mij. Meteen voel ik haar klamme bovenarm tegen mijn t-shirt plakken en word ik tegen het raam aan mijn linkerzijde gedrukt. ‘Warm hè?’ klinkt het opgewekt. Ik knik instemmend en kalmeer mezelf met de gedachten dat de reis maar 19 minuten zal duren.
Alle alarmbellen gaan rinkelen wanneer ik, enigszins bedwelmd door verstikkende hitte in de coupé, naast de verse zweet geur ook de welbekende Joppiesaus begin te ruiken. Een oudere man die schuin tegenover mij zit, is recht gaan staan om aanspraak te maken wat frisse lucht. Enigszins verbaasd ben ik dat de NS, tijdens deze tropen dagen, de verantwoordelijkheid over deze toch al wat oudere reizigers durft te nemen. In stilte werk ik een stappenplan, gebaseerd op de mogelijkheid dat de oudere man in kwestie Eindhoven niet gaat halen, door.
Na het patatje joppie lijkt het nu de beurt aan een frikandel speciaal. Wederom worden mijn neusharen geteisterd door de combinatie van geurend zweet en fastfood. Mijn oog valt op deur die langzaam opent. De rail tender wringt zich de coupé in waardoor de druppels, die van zijn gezicht afkomstig zijn, enkele reizigers raken. ‘Sorry, uitverkocht mensen’, zo klinkt de mededeling aan alle reizigers. Gezien ik verwacht dat een koud biertje mijn kansen op het overleven van de reis niet zullen bevorderen, laat ik de aankoop aan mij voorbij gaan.
Op het moment dat de rail tender de coupé verlaat komt de trein tot stilstand. Ik kom langzaam los van de stoel waarop ik min of meer vastgeplakt zit. Gedreven door de behoefte aan frisse lucht wurm ik mij een weg langs mijn buurvrouw en haar twee koffers. Een laatste groet vanuit haar kant, laat ik onbeantwoord. Het enige waar ik nog aan kan denken is buiten komen. Met een grote stap verlaat ik de trein. Vers zuurstof vult mijn longen en ik merk dat mijn hersens weer enigszins normaal beginnen te functioneren. Wanneer ik aan mijn rechterzijde de rood-witte kleur van Smullers waarneem, heb ik mijn keuze gemaakt. Het wordt een patatje Joppie met een frikandel speciaal!