Het festivalseizoen ten einde
Gelukkig! Het festivalseizoen is bijna voorbij! Dat ik met die stelling half Nederland tegen mij in het harnas jaag weet ik maar al te goed. Toch mag het wel is gezegd worden wat een verschikking die tentfeesten kunnen zijn. Alleen al het idee dat je stampend in de koeienstront staat te dansen op de set van je favoriete techno artiest trekt mij niet zo. Waarom ik daar dan ook nog eens een bak geld voor moet ophoesten is mij echt een raadsel. Om dan tachtig euro verder ergens midden op een veld te staan waar de bas en de melodie niet in balans zijn omdat de muziek moeilijk 100 meter over een regenachtig veld draagt.
Goddank mag je dan op sommige festivals voor een luttele 100 euro extra ook nog eens lekker SLAPEN in die platgestampte, natgeregende koeienstront. Geen schoon toilet op het hele terrein en de burgers kosten evenveel als een drie gangen diner bij de brasserie om de hoek? Waar kan ik mij inschrijven?! Het geheel wordt nog een extra dimensie gegeven met de ogenschijnlijk verplichte pilletjes die iedereen gebruikt. Je kan niet rustig met je vrienden ergens staan of een paranoïde wangenkauwer springt je omver. En waarom? Aan zijn ontblote bovenlijf te zien omdat hij zijn shirt kwijt is. Een zinnig woord komt er in ieder geval niet meer uit.
Het is alleen maar fijn dat het voor veel mensen zoveel betekent en ze zich zo vermaken. Toch ontgaat mij het plezier ervan. Zeker als je iemand spreekt die vol enthousiasme vertelt een kaartje te hebben bemachtigd voor bijvoorbeeld “boeskool”. Het is ook niet meer bij te houden met al die festivalnamen tegenwoordig. “appelsap”, “pukkelpop”, “strafwerk”. Erg aantrekkelijk klinkt het niet en als je niet beter zou weten hadden het net zo goed frisdrankjes kunnen zijn. Of een opdracht om honderd keer de schoolregels over te schrijven?
Toch is het ongekend populair. De festivalmarkt is de laatste vijf jaar exponentieel gegroeid. Als je een willekeurige twintiger tegenwoordig naar zijn of haar interesses vraagt dan is het antwoord negen van de tien keer hetzelfde. “ik hou van reizen, mijn kat ‘James’ en festivals”. Het is bijna meer een competentie dan een dagje uit geworden. Binnenkort vragen ze ernaar bij je sollicitatiegesprek, staat er op je CV welke festivals je bezoekt en wordt je afgewezen omdat je naar Q-base gaat in plaats van Valtifest. En ik? Ik zit mij maar af te vragen wat het nou zo aantrekkelijk maakt?