Johan van Boven
Johan van Boven Sport 1 feb 2017
Leestijd: 5 minuten

Darteritus, de nachtmerrie van iedere darter

Daar sta je dan, met een voet tegen de oche en een pijl in je hand. Het vizier afgesteld op de triple 20 en gooien maar. Een routineklusje, omdat je het al talloze keren eerder hebt gedaan. Dan gebeurt er iets geks, of liever gezegd: er gebeurt helemaal niets. De pijl weigert je hand te verlaten. Wat je ook probeert, de pijl vliegt niet richting het dartsbord. Dan weet je: ik heb darteritus. Een regelrechte ramp voor een darter.

Het 20-jarige talent Berry van Peer werd er in de zomer van 2016 voor het eerst mee geconfronteerd. Met enkele vrienden vormde hij tijdens een toernooi in Frankrijk een team en in de beslissende leg sloeg het noodlot toe. „Ik moest de leg beginnen, maar ik kreeg mijn pijl niet weg. Het is maar een pijltje, zei ik tegen mezelf, gooi gewoon! Maar het lukte écht niet. Ook mijn teamgenoten waren stomverbaasd. Ik wilde naar achteren lopen en een ploeggenoot laten gooien, maar dat mocht niet. Ik was aan de beurt en móest gooien. Na vier keer proberen kon ik eindelijk mijn pijl loslaten, maar ik gooide natuurlijk helemaal niets: 68. Dat was op z’n zachtst gezegd niet prettig en ik werd er emotioneel van. Waarom moet mij dit overkomen?”

Berry van Peer

De beurt erna lukte het Van Peer wel om de pijl gelijk weg te krijgen. „Vooral omdat ik boos was, denk ik. Met een score van 100 was ik best tevreden, het voelde als een opluchting. Maar we verloren uiteindelijk wel, terwijl we de wedstrijd in onze zak hadden. Ik nam het mezelf kwalijk, maar ik kon er niets aan doen dat ik ineens last had van darteritus. Het bleef in mijn hoofd zitten, waardoor ik mijn normale niveau niet haalde. Ik heb daar denk ik een week last van gehad.”

De pineut

Bij Hendri Schreurs duurde het een stuk langer. In 2004 kwam hij uit in de eerste divisie van de Bossche competitie, toen er een pijl aan zijn hand bleef ‘kleven’. „Ik kon ‘m gewoon niet loslaten, dat was zo maf”, aldus de 40-jarige Brabander. „Stond ik daar zwetend voor het dartsbord, terwijl iedereen naar mij keek en zich afvroeg: wat is hij nou toch aan het doen? Er werd destijds veel over darteritus gesproken en een tegenstander van mij had er een keer last van, maar zelf was het me nog nooit overkomen. Maar toen was ik zelf ineens de pineut.”

Schreurs denkt dat het te maken had met de grote druk op zijn schouders. „Ik zat in een team met heel goede darters en wilde niet voor hen onderdoen. Dat ging in mijn kop zitten. Ik begon steeds meer aan mezelf te twijfelen. Het was een verschrikkelijk gevoel om die pijl niet meer te kunnen gooien; de ergste nachtmerrie van een darter. Ik dartte al tien jaar met die jongens en liet ze in de steek.”

De amateurdarter besloot zijn pijlen op te bergen en voorlopig niet meer aan te raken. Maar na een paar maanden begon het toch weer te kriebelen. „Ik moest me op iets anders focussen dan op het dartsbord”, zegt Schreurs. „Dus keek ik op het moment van gooien niet naar het bord, maar naar links. Er belandde weleens een pijl in de muur, maar het was de enige manier om het gevoel van gooien weer terug te krijgen. Ik voelde me steeds meer ontspannen, maar het heeft in totaal een half jaar geduurd voordat ik wee op mijn oude niveau zat.”

Acupunctuur

Van Peer had zelf geen trucje nodig om darteritus te genezen, maar vanuit zijn omgeving kent hij verschillende remedies. „Mijn buurman ging in het donker darten, met alleen het bord verlicht. Iemand anders gooide met propjes naar een prullenbak en mijn beste maat vond een oplossing dankzij acupunctuur. Het is een mentale ziekte, dus als iemand gelooft in een oplossing, gaat het vaak over.”

De bekendste Nederlandse darter die last van darteritus heeft gehad is Albertino Essers, die aan het begin deze eeuw net achter de wereldtop zat. Op Lakeside en tijdens de World Darts Trophy kon iedereen zien hoe hij zijn pijlen niet meer kon gooien.

Toch zegt Essers dat darteritus geen al te grote invloed op zijn loopbaan heeft gehad, maar: „Ik kon niet laten zien wat ik écht kon. Men zei tegen mij dat het puur cameravrees was, maar dat was niet zo. Vlak voordat ik er last van kreeg was ik in bloedvorm en gooide ik mensen als Raymond van Barneveld van het bord af. Maar als we tijdens de training om de bull gingen gooien, blokkeerde ik helemaal. Het had dus wel met spanning te maken. Ik heb van alles geprobeerd om ervan af te komen, maar niets hielp. Op een gegeven moment werd ik door het Dagblad van het Noorden uitgenodigd om mee te gaan naar een psychiater. Ik vond dat de grootste onzin, want na een uur dom lullen zei hij dat ik er nu eenmaal last van had en dat ik er mee moest leren leven. En wat denk je: daarna heb ik nooit meer darteritus gehad, haha.”

Albertino Essers

Sportpsychologe Eveline Folkerts uit Rotterdam heeft verschillende darters in haar praktijk gehad, die het niet meer voor elkaar kregen hun pijlen (op een normale manier) naar het bord te gooien. Volgens haar wordt darteritus vooral veroorzaakt door een te hoog spanningsniveau en faalangst.

„Er zijn verschillende methoden om die twee zaken aan te pakken. Bijvoorbeeld door een andere ademhalingstechniek te gebruiken, negatieve gedachten om te buigen en goede gooitechnieken te visualiseren. Faalangst is met ongeveer tien sessies goed aan te pakken. Wanneer je alleen maar in je hoofd hebt: ik móet die en die score gooien, dan lukt het juist niet. Het is de kunst om ‘uit’ je hoofd te gaan en de aandacht te verleggen. Dan lukt het weer om de pijl normaal naar het bord te gooien.”

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.