Anne-Fleur Pel Nieuws 16 nov 2017, 11:16

Leestijd: 2 minuten

‘Trein moet vluchten naar Europese steden vervangen’

Voor korte trajecten moeten er binnen Europa geen vliegtuigen meer opstijgen, maar zou het aantrekkelijk en vanzelfsprekend moeten zijn om de trein te pakken. „Daarom moet het internationale spoor sneller, makkelijker en goedkoper.”

Dat zegt Pier Eringa, de nieuwe president van de European Infra Managers, de Europese organisatie van infrabeheerders. Hij gaat zich onder meer inzetten om het internationale vervoer per spoor eenvoudiger en duurzamer te maken. „De trein is aantrekkelijker en sneller dan het vliegtuig en komt in het hart van een Europese stad”, zegt Eringa. „Voor een vlucht moet je inchecken en langs omslachtige veiligheidschecks. Eenmaal in het vliegtuig kan je je benen niet kwijt en je moet uiteindelijk nog overstappen op een trein of bus om in het centrum van Londen of Parijs te komen. En als wij het dan ook nog financieel aantrekkelijker kunnen maken dan nu, dan wint de trein het met afstand van het vliegtuig.”

Concurreren met auto en vliegtuig

Nu al zitten er tussen de grote steden in de Randstad tijdens de spits vaak net zoveel mensen in de trein als in de auto. Op internationaal niveau wil de trein de strijd aan gaan met het vliegtuig. „Dus voor Berlijn en Parijs pak je straks de trein. En ook moeten er minder goederen over de weg en het water vervoerd worden en veel meer via het spoor. Dat helpt echt bij de klimaatdoelstellingen.”

Het spoor moet veel ‘slimmer’ worden

Voor deze plannen moet er flink geïnnoveerd worden op het spoor. „Nederland is een gidsland en proeftuin voor spoorinnovaties. We moeten laten zien waar een klein land groot in kan zijn, net zoals op het gebied van waterbouw en fietsmobiliteit. Nieuwe treinbeveiligingstechnieken (ERTMS), sensoren om het spoor minder storingsgevoelig te maken, waterstoftreinen en de ‘Teslatrein’ zijn allemaal innovaties waar we in Nederland een voortrekkersrol in nemen. Vanuit het Europese Innovatiefonds is er geld beschikbaar. Het zou mooi zijn als daaruit meer geld beschikbaar komt voor innovatie op het spoor.”

De techniek die momenteel op het spoor gebruikt wordt in heel Europa is een lappendeken, zegt Eringa. „Dat maakt het spoor inefficiënt en onnodig duur. Het spoor moet goedkoper worden, anders prijst het zichzelf de markt uit. We moeten de overstap maken van oude, dure spoorsystemen naar moderne, goedkope, industriesystemen die met elkaar kunnen praten. In Nederland zijn we daar al ver mee. ERTMS is daarvan een goed voorbeeld. Door die kennis te delen met andere landen kunnen we het spoor nog meer kostenefficiënt maken.”