Hangry

Geoffury 25 okt 2016

De junk was alleen en had hier niets te verliezen, zo’n type was het, vertelden zijn verlaten ogen, en ik, daarentegen, had hier in ieder geval zeker niets te winnen. De dag zelf vergeten, eigenlijk, maar het was een standaard stomme stapavond. Karaoke, ofzo. Blokje ervoor was een klassieke kraam met krokante maar ongezonde loempias die de harten versnelden van voorbijgangers. Ik wilde niet té vroeg zijn, niemand doet dat, en wachtte dus buiten, en de lucht verspreidde de geur, en mijn hart en maag overtuigde me, dus kocht er één. En ik ging zitten op een verstening, ik wil zeggen dat het regende, of zoiets spectaculairs, maar nee, het was gewoon gitzwart donker. Wat niet zo erg was, aangezien ik mijn handen nog kon zien en gebruiken om te eten.

Halverwege de loempia kwam de junk aanzetten, rechts van me, paar meter verder, in de hoek van mijn rechteroog, schijnbaar ongevaarlijk, voor nu. Tegen de tijd dat het op was, zat de junk minder dan een meter van me, en ik was niet opgestaan want dat doe je niet zomaar, want het is een ongevaarlijke oude man. Boven veertig, vieze kleren, verscheurd, en met baard. De hele mik mak. Hij stonk niet, maar wat van hem afkwam was dat gevoel van onveiligheid, die uitstraling, aura, hoe je wil, en iedereen die weleens beroofd is, aangevallen, gevochten heeft, of gewoon weleens een film van degelijke kaliber heeft gezien waarin de acteurs van eveneens een degelijke niveau zijn, niet zoals een standaard Bold and Beautiful soap acteur, en die blik overbrengen, al die mensen weten welke blik ik beschrijf. Hongerig, boos–hangry.

De toestand waarin ik verkeerde noemen wetenschappers fight-or-flight. Wat kan kloppen want ik zat al na te denken welke bewegingen de junk zou maken, en ik. Gek genoeg dunde precies toen de menigte uit, stil, verlaten, slechts de junk en ik, op die steen. In het donker. Ik maakte geen verdere oogcontact, dacht alleen aan het ergste. Dat is een mes of geweer, en welke stoten ik zou moeten geven, en natuurlijk de meest logische. Rennen. Altijd, en altijd, optie nummer één. Wat ik natuurlijk niet deed, niemand doet dat. Maar ik stond gewoon op, kalm, keek de mens aan, vergeet zijn blik nimmer, leeg, knikte mijn hoofd, zoals je een collega zou begroeten na een dag hard werken, en hij knikte niet terug, en ik stond op en ging naar mijn fiets. En het feit dat ik niet in de rug werd geschoten, of gestoken, stelde me in staat weg te fietsen, een blokje verder. Karaoke.