Maud
Maud Nachtboek van Maud 21 sep 2018
Leestijd: 5 minuten

#61 20 minuten om mijn moeder uit te foeteren

Sinds Sam blijkt te zijn vreemdgegaan, gaat het niet heel goed met Maud. Ze voelt zich rot, maar heeft ook weinig zin om met Sam te praten. Hoewel Jessie probeert de boel een tikkeltje te nuanceren (Jelle zoende jou toch ook?!”) lukt het Maud nog niet echt om de boel te vergeten. Om haar stress een beetje kwijt te raken, vertrekt ze naar haar ouders; daar komt ze immers altijd tot rust. Tot haar moeder wederom begint over een bezoekje van Jelle. Is Jelle weer langs geweest? Hij was hier laatst en vertelde dat hij is terug verhuisd naar Amsterdam. Dat wist je toch wel?”

Jelle is weer langs geweest… ik kan het gewoon niet geloven. Niet dat hij om de haverklap bij mijn ouders op de koffie lijkt te komen, maar al helemaal niet dat mijn bloedeigen moeder hem gewoon binnenlaat terwijl het mijn vriend helemaal niet is. Sterker nog: ik heb helemaal niks meer met Jelle!

Ik gebruik de komende twintig minuten dan ook om mijn moeder uit te foeteren over waarom ze niet achter mij als dochter staat en Jelle de deur wijst. Dat hij het me heel erg moeilijk heeft gemaakt de laatste tijd en dat mijn moeder misschien eerst eens aan mij moet vragen hoe het zit, voordat ze jan en alleman naar binnen laat komen. Dan sta ik op, pak ik met een overdreven dramatisch mijn tas (met zo’n flinke swiepert weet je wel) en verlaat ik het huis. „Ik kan zelfs HIER niet meer tot rust komen, verdomme!” schreeuw ik naar mijn ietwat verbouwereerde mams.

Ik weet dat ik wellicht iets te heftig heb gereageerd, maar het kan me op dit moment vrij weinig schelen. Ik ben er klaar mee en wil weten wat ik er aan kan doen om Jelle uit mijn leven te krijgen. Ik besluit hem te bellen. Na twee keer overgaan neemt hij op, hoorbaar verbaasd. „Maud? Hey, wat leuk dat je belt ik…”

„Heb je morgen een afspraak? Anders zou ik je graag rond een uurtje of 14.00 willen spreken”, zeg ik bits. Jelle stribbelt niet tegen; ik zie hem morgen om die tijd bij Grand Café Lokaal.

Thuis schrijf ik op een papier de vragen die ik hem wil stellen. Nu ik weer iets rustiger ben, besef ik dat ik ook graag wil weten wat hij nou op Mallorca deed en hoe het met hem gaat. Ik heb hem eigenlijk alle keren dat ik hem gesproken heb de laatste tijd niet laten uitpraten. Terwijl ik mij dat realiseer, voel ik ergens in mijn buik een klein steentje. Niet een baksteen: die knoeperd is gereserveerd voor Sam, maar een kei. Ja, dat is denk ik de beste omschrijving. Enfin, om het helemaal samen te vatten: ik voel me loodzwaar.

Als ik de volgende dag Lokaal binnenloop en Jelle zie zitten, moet ik stiekem bekennen dat zijn steen wegzakt. Jelle blijft ook gewoon iets vertrouwds hebben en hij ziet er nog net zo goed uit als in het vliegtuig in Mallorca. Toch besluit ik niet ál te aardig tegen hem te doen, al geeft hij mij op dit moment nog best een goede vibe. „Hoi”, zeg ik kortaf terwijl ik ga zitten en bij de toegesnelde bediende een kop gemberthee bestel. „Hey Maudje… Je wilde me spreken?”, zegt Jelle zachtjes.

Terwijl hij me met die puppy-ogen aan zit te staren begin ik mijn vragenvuur. Wat deed hij bij mijn ouders? Waarom was hij op Mallorca? Ik had hem heus wel gezien! Waarom liet hij mij niet met rust? Wat is er toch allemaal aan de hand?!

Jelle lijkt mijn wanhopige nieuwsgierigheid te waarderen en begint openlijk te vertellen. Dat hij de afgelopen weken gespendeerd had in een afkickkliniek: eerst in Amsterdam en toen nog een tijdje op Mallorca. Hij had problemen met alcohol en drugs gehad (goh!) en wilde daar vanaf. Hij voelde zich vertrouwd bij mijn moeder, die altijd aardig voor hem was geweest en had behoefte om haar te spreken. Maar hij was bang dat als hij zou zeggen dat ik niks meer met hem had, mijn moeder ook niet met hem zou willen praten.

En daarnaast wilde hij het gewoon heel graag een keer uitpraten met mij. „Want je bent echt heel bijzonder voor mij Maud”, zegt hij, terwijl ik zie dat de tranen in zijn ogen springen. Ook ik krijg het moeilijk, maar deze keer is het omdat ik voel dat zijn woorden oprecht zijn en ik blij ben dat hij zo eerlijk tegen mij is. We bespreken wat er bij mij allemaal gebeurd is de afgelopen tijd en we bespreken zélfs het vreemdgaan van Sam. Of dat nou wel zo’n goed idee is weet ik niet, maar op dit moment voelt het goed.

We zijn zo 2,5 uur verder en de gesprekken zijn van serieus overgegaan in lollige gesprekken en flauwe grappen die we vroeger ook steeds maakten. We besluiten om de zaak te verlaten. Jelle betaalt (het blijft een gentleman) en samen lopen we richting mijn fiets.

„Nou, ik hoop je snel weer te zien Maud”, besluit Jelle als we bij mijn oude wrak zijn aangekomen. „Ja, komt goed”, zeg ik met een glimlach. Maar als ik afscheid wil nemen weet ik niet of een knuffel of een kus op de wang gepast is. Voordat ik dat kan bedenken heeft Jelle me al een knuffel gegeven en kust hij mij lieflijk op mijn voorhoofd. Dan draait hij zich om en loopt hij weg. En ergens diep van binnen voel ik heel in de verte een klein stemmetje schreeuwen dat ik stiekem had gehoopt dat hij mij weer onverhoopt zou kussen. Waarom Maud? Wat moet ik nou nou met die twee mannen… Sam? Jelle? Met wie wil ik iets hebben? Wát wíl je nou Maud?!

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.