mijn dooie tuin en de zevenenveertig euro

Ik sta nog steeds in mijn dooie tuin.
Waar ik eigenlijk zit op mijn stoel.
Gemaakt met alles wat levend was naast mijn gieter.
Dus dat was alleen mijn stoel in het midden van mijn tuin.
Ik kan mijn tuin gaan redden.
Als ik in mijn opblaasboot stap en een rondje vaar in mijn tuin.
Wat vijftig euro kost per rondje varen.
Dus ik blaas de gehele tuin vol met briefjes van vijftig euro.
Wat eigenlijk briefjes van negenenveertig euro zijn.
Dus ik kom altijd een euro te kort voor een rondje.
Maar eigenlijk zijn het wel briefjes van vijftig euro.
Maar omdat ik die helemaal niet heb.
Wordt eigenlijk niks echt betaald door mij.
Waardoor ik geen rondjes kan maken in mijn opblaasboot.
Omdat ik de rondjes niet betalen kan om mijn tuin te redden.
Dus ik strooi nog steeds met briefjes van achtenveertig euro.
Wat eigenlijk gewoon negenenveertig is of vijftig.
Daar is de wind en de droogte in de lucht nog niet over uit met elkaar.
Terwijl er eigenlijk niks gestrooid wordt.
Maar de tuin wel een grote bende van papier is als ik er naar kijk.
Maar de tuin toch leeg en vlak is als ik er niet naar kijk.
Eduard.