Het leek een doodgewone avond te worden

Maandag 3 december. Een vrije dag van allerlei to-do klusjes zou eindigen op de bank, voor de tv. Het had er alle schijn van dat deze avond zou verlopen als zovelen. Na een rondje zappen bleven we steken bij NPO 3.

"Zullen we dit even kijken?"

De vraag was nog maar net gesteld of Derakshan had mij al te pakken. Derakshan zat namelijk aan tafel bij Matthijs. Ze vertelde over haar jeugd – die nog niet eens zolang geleden was. Ze was er bijna niet meer geweest. Híer niet althans. Niet als het aan Rita Verdonk had gelegen. Ze wilde haar weghebben, omdat haar geboorteland weer veilig zou zijn. Ze had hier even kunnen schuilen, maar Afghanistan zou haar bestemming zijn. Heftig vind ik dat. Heftig voor Derakshan omdat ze weken, zo niet maanden, in onzekerheid heeft gezeten. Maar ook heftig voor mezelf. Het raakt me. 14 jaar geleden, maar het maakt iets in me los.

Derakshan vertelde ook dat ze uiteindelijk mocht blijven. Ze is nu zelfs arts op de oncologie. Een bijzonder verhaal over onzekerheid die uiteindelijk uitmond in toekomstperspectief! Maar Derakshan zelf was niet de aanleiding om aan tafel te zitten. De aanleiding was Maartje. Derakshans’ vriendin én ook vluchteling. En toch mocht zij blijven, omdat zij wel een Nederlander was. Maar zij kón niet blijven. Maartje was niet op de vlucht vanwege de veiligheid. Maartje was op de vlucht voor kanker. Maartje was ziek, doodziek. Maar zoals beide meiden gevlucht waren, accepteerde ze beiden hun nieuwe bestemming.

Derakshan accepteerde dat ze hier was. Dat ze verder zou opgroeien in Nederland, mét toekomstperspectief. Maartje accepteerde haar nieuwe bestemming ook. Ze accepteerde de kanker. Ze accepteerde haar nieuwe toekomst. De toekomst in het onbekende. Ze wist dat ze zou gaan. En dat daarmee een plekje in Nederland vrij zou komen.

“Derakshan zou eigenlijk mijn plaats over kunnen nemen als ik er niet meer ben”, zei Maartje met een glimlach en een gezicht vol acceptatie. Ze straalde één bonk liefde uit toen ze dat zei. Ze accepteert de ziekte én Derakshan. Ze omarmt haar als vluchteling én als Nederlander. Ze omarmt haar als mens en vriendin.

Lieve Maartje, ik ben niet ziek en heb ook geen vluchteling als vriend. Toch ben jij mijn voorbeeld geworden in hoe je, ondanks alles, het leven kunt omarmen en liefde kunt uiten naar de mensen om je heen. Je hebt van wat een doodgewone avond leek te worden, een avond gemaakt waar de dood ongewone dingen teweegbrengt.