Een broodje kaas

Michael ter Maat 16 nov 2018

Ik ben doodop van deze lange tocht. Duizenden kilometers legde ik af. Op sommige momenten zocht ik, verkrampt, naar uitgestoken handen om me
aan vast te kunnen klampen. Maar ik vond slechts driftig wijzende, gesticulerende vingers in de richting vanwaar ik zojuist kwam.

Sorry voor het late tijdstip; de boot die mij hier bracht bleek hier niet berekend op en allerminst bestand tegen. Negenenveertig ontheemden. Daarbij komt, er was nogal wat oponthoud. Die negenenveertig hadden er eigenlijk vijftig moeten zijn. Maar die ene zwangere vrouw, die dat helemaal niet wilde, baarde een doodgeboren kind. Ik vraag me af wat je daarvan vindt.

Bovendien is punctualiteit niet de meest urgente kwaliteit van hen die jullie grenzen bewaken. Is er desondanks, de klok van zes heeft pas net geslagen, ergens nog een broodje kaas, of om het even iets te knagen?

Iedereen is van de wereld en de wereld is van iedereen. Maar blijkbaar geldt dat alleen, als je op de juiste plek en met de juiste kleur ter wereld komt. Europa beschermt haar welvaart, met een permeabel membraan. De gemiddelde Europeaan en Amerikaan, kan in zijn leven overal gaan en staan. Het is niet de toon, maar de kleur van je huid die de muziek maakt.

Ik kom niet voor je dochter, zelfs niet voor je baan. Je moet weten, dat wat ik eens mijn thuis noemde niet langer bestaat. De huizen zijn doorzeefd, jarenlang heb ik geleefd in een alles overheersende angst. Voor de bommen waarvan jouw land, althans de belangrijke heren, het nodig vond om ze lukraak ergens te deponeren. Teneinde een zogenaamde dictatuur, te marginaliseren.

Nee, ik kom de welvaart, waarop je het alleenrecht zo standvastig claimt, heus niet van je stelen. Ik heb mijn buik inmiddels vol van al die borden niet aflatende haat waarmee velen, ons in hun land een warm welkom heten. Het zijn mijn voeten die de wanhoop niet meer dragen kunnen. Daarom wil ik je vragen: ,,Zou je mij dan eindelijk een broodje kaas willen gunnen?”