My bestie
Het leven van een zelfstandige gaat niet over rozen. Maar als de Spike’s en Nina’s van deze wereld eenmaal op school zijn, om daar op oud-Hollandse wijze de boterhammen aan de eendjes te voeren, kan dit exemplaar een zee aan tijd tegemoetzien; een artikel schrijven over nut en noodzaak van het geluidarm damwanden drukken, spam van de Postcodeloterij naar de afvalstort brengen, het NK Legpuzzelen volgen, op de politieke partij stemmen die hem het beste gevoel geeft over zichzelf, de Internationale Dag van de Waarheid vieren, de Thaise masseuse van de overkant zien tuinieren en tussendoor de bolognese laten pruttelen, die Spike dan wel Nina vanavond zorgvuldig forensisch zal onderzoeken voordat de helft van de ingrediënten terzijde wordt geschoven.
At het addergebroed eertijds nog Parmezaanse kaas, olijven en oesters uit de hand van haar verwekker, eenmaal op de basisschool lust het alleen wat het besloten heeft te lusten. Een sociaal geïnstigeerd proces waar het leven vanaf hangt, want de ‘BFF’ van gisteren kan zomaar de erfvijand van morgen zijn. Daar is veel gepraat voor nodig bij meisjes, en een enkele duw op het schoolplein bij jongens, al doet Nina op dat gebied niet meer voor Spike onder.
Op school hoort sociale oorlogvoering er gewoon bij, en wie er niet tegen kan zal er later op kantoor ook niet tegen kunnen, als het collegaatje met wie het zo gezellig borrelen was, je geen blik meer waardig keurt en de ‘bestie’ van de baas is geworden – liefst op zijn of haar bureau.
De uitzonderingen, lieve mensen, worden later zelfstandige, en blijven dat in voor- en tegenspoed. Voor de rest zijn er gelukkig zelfhelpboeken en grote auto’s. Steeds meer zelfhelpboeken, en steeds grotere auto’s.