Nederlandse asielbeleid is in-humaan

Henny A.J. Kreeft 13 dec 2016

Als ik weer zo iemand op tv hoor praten over economische asielzoekers cq. vluchtelingen uit veilige landen, die terug moeten naar het land van herkomst, dan wil ik tegen die minister zeggen: “Meneer, u heeft het helemaal niet begrepen.”

In een programma laatst op de nationale tv, kwam de minister van buitenlandse zaken ons vertellen dat er geen plaats is voor zogenaamde economische asielzoekers uit veilige landen en dat ze hier ook geen status krijgen om te blijven. Dat kan wel waar zijn, maar wat doet de regering aan dit ‘probleem’? De regering is in gesprek met bepaalde landen om de wetten proberen te veranderen, zodat deze mensen wel teruggestuurd kunnen worden.

Economische asielzoekers uit de zogenaamde veilige landen als Marokko en Algerije, maar ook andere Afrikaanse landen, zijn juist niet de arme mensen uit die landen, want die kunnen het niet betalen. Nee, het zijn meestal hoger opgeleide personen, en ja zeker, alleenstaande jongemannen die een toekomst willen opbouwen. Deze mannen zijn voornemens op de duur ook weer terug te gaan naar het moederland, maar willen eerst geld verdienen, zodat ze een toekomst kunnen gaan opbouwen.

Deze jongeren hebben daar gestudeerd, geld gespaard om de overtocht te kunnen maken en heel vaak met vrienden en familie gediscussieerd over de mogelijkheden en waar naar toe gereisd zal worden. Op enige moment vertrekken de jongeren, vrienden en familie achterlatend.
In Nederland aangekomen blijkt het dat ze geen status krijgen en op de lijst komen om uitgezet te worden. En hier zit nu het probleem: ze kunnen niet terug. Niet omdat er regels zijn of het moederland het niet wil (volgens de minister zijn ze lastig), maar gewoon omdat ze dan gezichtsverlies lijden. Snapt de minister dat niet?
De jongeren hebben jarenlang gepraat over hun toekomst en over geld verdienen in Nederland en komen dan platzak terug. Ze vinden geen gehoor, respect meer bij het thuisfront.

Het wordt tijd dat het asielbeleid eens humaner wordt. Indien de Nederlandse regering van mening is dat deze mensen hier niet welkom zijn, dan moet de regering werken aan voorlichting in de landen van herkomst: flyers in de lokale taal verspreiden, een of meer kantoren openen in de plaatsen waar de meeste jongeren vandaan komen en – misschien nog beter – zendtijd kopen op de verschillende zenders om tekst en uitleg te geven voor jongeren.

Als dit niet lukt, accepteer dan dat jongeren hier komen om hun toekomst in te richten.