Een ster

bastiaandragtstra 11 apr 2016

Het lukte niet. Het wilde niet. Alles zat tegen. Al bij het opstaan kwam Santiago Arias er moeilijk uit. Chagrijnig. Zaterdagochtend, je kent het wel. En dan ook nog een wedstrijd voetballen ‘s avonds. Tegen Willem II, een wedstrijd die ‘leeft’ zoals ze dat mooi zeggen. In het zuiden. Van Nederland.

Daar waar een stuk of 20 jongeren met iets te veel haar in hun nek en iets te weinig arbeidsperspectief in hun leven in onverstaanbare woorden niet mis te verstane woorden spreken. Tenminste, dat denken ze want we verstaan ze niet. Tikje aandoenlijk, dat wel, met die zachte g.

Santiago Arias, vaste rechtsback van het Colombiaanse nationale elftal dat op elk toernooi als gevaarlijke outsider wordt gezien zonder echt gevaarlijk te worden, zou beter moeten weten. Opgegroeid en gevormd op de trapveldjes van Medellin dat gebukt ging onder de drugsterreur van Pablo Escobar. Waar de Ajax-jeugd gepamperd werd met persoonlijke fysio’s, massages en bijpassende nummers op het broekje bij hun rugnummer, daar was Santiago Arias bezig met overleven op zandvlaktes met krijtlijnen die allesbehalve te maken hadden met een Cruyff Court.

Je overwintert na geweldige teamprestaties tegen Manchester United, VFL Wolfsburg en CSKA Moskou in de poenerige Champions League, om er na een heroïsche strijd op penalty’s uit te vliegen tegen Atletico Madrid. Hoera. Hosanna. Wat zijn je maten voor een eventueel standbeeld?

Alleen balen dat er ook nog gevoetbald moet worden voor nòg een seizoen CL en nòg een kampioenschap. Ach, die twee punten tegen middenmotor SC Heerenveen kunnen we lijden. We zijn immers de trotse koploper die de nr. 2 Ajax op bezoek krijgt. Wat kunnen zij nou eenmaal? Nou, winnen. En de koppositie pakken.

Vanuit Leeuwarden sijpelen de berichten door dat Ajax het moeilijk heeft en ligt de koppositie voor het grijpen. Voor één moment dwalen je gedachten af naar het afgelopen kampioenschap en ben je een stap te laat en trek je aan de noodrem. Bij een 0-0 tussenstand tegen degradatiekandidaat Willem II.

Boos been je naar binnen en voor de camera’s sla je met gebalde vuist, die voor het eerst te zien was die avond, op een klein miezerig ruitje. Het laat een ster achter. De enige ster die we de afgelopen weken hebben gezien.