met de handen in het haar
Er liep een kakkerlak over mijn keukenvloer. Om het beest naar een geschikte plek te transporteren, zette ik de slang van de stofzuiger op het lichaam. Meteen daarna dumpte ik de stofzak in de ondergrondse container. Maar het dier moest al eitjes gelegd hebben want een paar weken later kon ik niet anders dan met benauwdheid aanzien hoe de bruine ellendelingen mijn bestaan domineerden. Vanwege vrees dat hele kolonies mijn huis zouden gaan bezetten, sliep ik nog maar nauwelijks. Vaak droomde ik hoe ze hun lichamen in allerlei spleten wurmden en nooit meer weg zouden gaan. Overdag liep ik gespannen rond met de stofzuigerslang in mijn hand, op zoek naar de vijand. Als ik iets zag bewegen, verschoot ik helemaal.
Ik kwam snel tot de conclusie dat de stofzuiger weinig uithaalde dus ik stapte naar de bouwmarkt om verdelgingsgif en een gasmasker te kopen. Nog geen half uur later stond ik om me heen te spuiten.
Het haalde niks meer uit. Ik was het gezag kwijt in mijn eigen huis. Ik zat met de handen in het haar.
Maar in een van mijn nachtmerries nam ik de macht terug. Ik was de aanvoerder van een enorme groep medegedupeerden. Ook zij waren slachtoffer geworden van de plaag. Mijn groepering noemde ik de Partij voor de Verdelging.
Ik pakte het spuiten van gif weer op. Met steun van mijn volgers was ik in staat de kakkerlakken eerst mijn huis en vervolgens mijn land uit te drijven. Ik joeg de beesten zo ver weg dat ik nooit meer last van ze had.
Maar toen waren de kakkerlakken opeens veranderd in mensen en ze waren toch nog bij mij thuis. Ik kon niet meer stoppen met verdelgen. Het was heel rumoerig, ik verstond hun taal niet, ze waren zo anders en dat maakte me bang. Ik spoot het gif in hun ogen. Ze gilden van de pijn. Dat bracht mij enigszins tot rust. Opnieuw spoot ik en opnieuw gilden zij. Steeds greep ik iets nieuws aan om weer te kunnen spuiten. Ik verzon dat ze vijanden waren die hier de boel over wilden nemen. En dat ze onze banen in zouden pikken. Hun pijn in combinatie met mijn groeiend aantal volgers, zorgde ervoor dat mijn angst transformeerde in opwinding.
Ik was een held, ik had macht en aanzien. Mijn naam werd iedere dag genoemd en elke uitspraak die ik deed, kwam altijd in de krant. Ik had internationale bekendheid verworven. Ik genoot!
Ik schrok wakker. Mijn hart ging tekeer. Ik wist niet dat ik zo’n duivelse kant in me had.