We zijn drukker dan ik hebben kan

‘Sorry, dat ik te laat ben!’ Als een aangeschoten hertje valt ze hijgend in de terrasstoel. Voor ik kan zeggen dat het niet erg is, zonder het ook daadwerkelijk te menen, steekt ze van wal. ‘Brenda belde net, Herman was de folder kwijt – blinde paniek. ‘En, oja, ik was gisteren op een borrel met Lies..’. Ze strooit met namen alsof ik met allen persoonlijk bevriend ben en komt adem te kort om haar eigen stemgeluid bij te houden. De monoloog die over haar doen en laten volgt kan enkel worden beschreven als een aan afspraken en verplichtingen overlopende hysterie. Op cruise control knik ik mee. Na een klein half uur springt ze op haar fiets met haar telefoon verweven aan hand en oor. ‘Ja, met mij gaat ook alles goed’. Lief dat je het vroeg.

Het hedendaagse mensenkind is vandaag de dag maar wat druk met vooral druk zijn. Twee verjaardagen op een avond, gevolgd door een feestje, met onder de sneltoets de mogelijkheid tot een after, de volgende ochtend fluiten bij hockey en ’s avonds tot sluit werken schijnt naar mijn weten nog een ‘medium’ drukte te heten. De weekomschrijving nog even daargelaten. Een afspraak maken met een dierbare is tegenwoordig als reserveren in een tweesterrenrestaurant: ‘over zes weken hebben we misschien een plekje voor u’. Ik doe het u niet na.

Een greep uit de amateurpsychologie, met een vleugje van grootmoeders wijsheid, doet vermoeden dat de angst voor het teleurstellen van andere, maar vooral die van het missen van dat ene legendarische ‘weet-je-nog’ moment, de regie van menig leven strak onder controle heeft. Het aanbod aan partijen, festijnen en andere sociale aangelegenheden rijzen de pan uit en ‘nee’ is simpelweg geen geaccepteerd antwoord. Afhankelijk als we zijn van de acceptatie van de buitenwereld, valt de schaduw van de ingevulde kalender over het schaarste goed van spontaniteit. Sociaal druk leest en voelt als sociale drug.

Een drug die een perfecte houdgreep toepast, zo zijn we constant geforceerd zoekende naar een verhaal steeds wilder, momenten steeds mooier, om later nog harder te kunnen lachen, maken de dagen en nachten te kort waarin de honger gestild dient te worden. We gaan maar door, zo lang we de wereld maar kunnen laten zien dat we er bij waren. Het übersociale gedrag lijkt langzamerhand averechts te werken. Echte aandacht is iets van vroeger.

Een zaterdagavond met Linda de Mol klinkt lang zo gek nog niet, maar een feest om een burn-out te vieren lijkt aannemelijker.