Johan van Boven
Johan van Boven Sport 18 dec 2017
Leestijd: 7 minuten

‘Nominatie Max voor Sportman van het Jaar is onzin!’

Voor, tijdens en na het interview verontschuldigen Olav Mol en Jack Plooij zich verschillende keren dat ze zo’n 45 minuten te laat waren. Ze hadden een belangrijke afspraak over het volgende Formule 1-seizoen. Over dingen die ze graag anders willen zien en over centen. „Dat moesten we even goed afronden, sorry”, zegt Plooij. Wie denkt dat de pitreporter en commentator van Ziggo Sport momenteel met hun duimen zitten te draaien, heeft het mis. Vanavond staan ze zelfs in theater De Maaspoort in Venlo.

Hoe belanden een F1-commentator en pitreporter op het podium van een theater?
Plooij: Vorig jaar gingen we naar een signeersessie voor ons vorige boek. Leuk voor een paar fans, dachten we. Zaten er driehonderd mensen, holy shit!
Mol: Toen zijn we erover na gaan denken en hebben we samen met Hekwerk Theaterproducties van Youp van ’t Hek een show in elkaar gezet. Al zijn het voornamelijk losse flodders, want de ene avond gaat het over dit en de andere avond over dat. Wij schrijven geen teksten ofzo, iets waar de theaterwereld best moeite mee heeft, haha. We behandelen een paar vastomlijnde zaken, zoals de geschiedenis van de Formule 1. We bespreken de veiligheid. Vroeger vielen er veel doden en waar staan we nu op dat gebied? Hoe verliepen de pitstops voorheen? Hoe heeft de videoregistratie zich ontwikkeld? De eerste ‘on board-beelden’ werden gemaakt door een cameraman die op een Formule 1-auto lag en met touw was vastgebonden. Door dat soort dingen uit te leggen, snappen mensen beter waarom de Formule 1-wereld er nu zo uitziet. Er zijn heel veel nieuwe fans en we hebben te maken met veel herintreders, die de sport een paar jaar uit het hoog waren verloren. Die mensen willen we een beetje opvoeden. Al kijkt zestig procent van de mensen in de theaterzaal al meer dan vijftien jaar naar Formule 1. Zij keken ook zonder Max naar races.

Maar nu Max aan de weg timmert is het een mooi moment om zijn succes uit te melken met een nieuw boek en een theatershow?
Mol: Uitmelken? Zo zie ik dat niet. Voor mij is het echt een manier van opvoeden. Als we het zouden uitmelken, zouden we tot aan het nieuwe seizoen elke avond een voorstelling geven. Maar ik wil er vier voor het einde van dit jaar doen en nog eens vier in aanloop naar het nieuwe seizoen. We waarschuwen de nieuwe fans juist voor de wildgroei die door de populariteit van Formule 1 is ontstaan. Iedereen publiceert van alles over Max zonder ook maar iets te checken. Mensen die een online videomagazine beginnen en dat HÉT online Formule 1-magazine noemen, terwijl ze nog nóóit op een circuit zijn geweest. Wij vertellen de fans waar ze moeten zijn voor betrouwbaar nieuws. 
Plooij: Er zijn genoeg sites enzo die het succes van Max wel uitmelken. Dan wordt er geroepen: we blikken terug op de afgelopen grand prix. Terugblikken? Wat voor beelden hebben zij gemaakt dan? Schei toch uit? Dat soort sites en twitteraccounts komen als paddenstoelen uit de grond. Weg ermee. Ik word daar gek van. Want fans gaan daaraan refereren. Als wij iets melden zeggen ze: ja, maar op die en die site zeggen ze dat het wel waar is. Haal je nieuws waar je het vandaan moet halen, punt!

Maar jullie hebben toch niet het alleenrecht op Max Verstappen?
Plooij: Zeker niet!
Mol: Jij zegt me nu al veel te vaak Max. Formule 1 draait voor mij niet om Max. Wij volgen echt niet elke stap van Max op het circuit. Veel schrijvende journalisten doen dat wel, terwijl ze er vroeger nooit waren. Nu worden ze door de krant naar een race gestuurd om alles rond Max te verslaan. Ik snap heus wel dat mensen nu in Formule 1 zijn geïnteresseerd, omdat Max er onderdeel van uitmaakt. Maar dan vind ik het een taak voor ons om de sport zo breed mogelijk uit te leggen en te laten zien dat er veel meer is dan alleen Max Verstappen. Als hij na een rondje uitvalt kan ik toch niet zeggen: we houden er hier mee op, de groeten!
Plooij: We gaan naar huis, u krijgt nu een gezellig muziekje te horen, haha.

Jack Plooij en Olav Mol. Foto: Vincent van Dordrecht

Snappen jullie dat Verstappen als genomineerd voor Sportman van het Jaar niet aanwezig is bij het Sportgala van NOC*NSF?
Plooij: Ja, dat vind ik heel sterk van hem. Hij is nog lang niet klaar man! Hij…
Mol: Stop, stop, stop. Wat heeft hij gewonnen? Kun je twee Formule 1-races vergelijken met Europese kampioenschappen, wereldtitels of een grote wielerronde als de Giro d’Italia?

Maar hij is wel genomineerd.
Plooij: Dat snap ik al niet. Ik zeg niet dat Max geen topprestatie levert. Het is supergaaf wat hij doet, top. Maar vraag het aan hem zelf. Ik moet álles winnen, zegt hij dan, en niet een paar wedstrijdjes. Hij wil zichzelf niet vergelijken met sporters die wel al titels hebben gepakt, omdat hij zichzelf nog niet goed genoeg vindt.

Vorig jaar won hij de verkiezing zelfs.
Mol: Zijn eerste GP-zege had internationaal zo’n ongelooflijke impact, omdat hij de jongste ooit was. Nota bene tijdens zijn debuut voor een renstal. Dat valt prima uit te leggen. Maar dit seizoen heeft hij slechts twee races gewonnen. Hij wil domineren.

Is het gevaar dat Nederland het saai gaat vinden als hij alles wint?
Mol: Het is aan ons om dat te voorkomen door goed uit te leggen hoe knap het is om te kunnen blijven domineren. Bij mij is een race nooit saai. Ik kan niet tegen voetbalcommentatoren die roepen: nou mensen, het is weer niet veel die eerste helft. Hij zegt dus eigenlijk dat ik weg moet zappen. Vorig jaar keek ik naar de Tour de France en hoor ik twee commentatoren zeggen: als je het komende uur het gras wil maaien, ga je gang want er gaat voorlopig niets gebeuren. What the fuck?! Het is je vak jongen! Jullie moeten mij entertainen. Herbert Dijkstra en die andere flappie…

Maarten Ducrot.
Plooij: Dat kan toch niet? In 2005 was er gezeik over banden tijdens de GP van Amerika en bleken er maar een beperkt aantal auto’s te gaan rijden. Ik weet zeker dat Dijkstra en Ducrot hadden gezegd dat de kijkers iets anders moesten gaan doen, omdat er maar zes auto’s in actie kwamen. Op dat moment zei Olav Mol tegen mij: Jackie Plooij, maak je borst maar nat, wij gaan aan de bak! We hebben alle registers opengetrokken. Teambazen waren boos, fans liepen ziedend weg, we spraken met politieagenten, noem maar op. Qua commentaar was het een wereldrace, omdat we gewoon ons werk deden. 
Mol: Ook al heb ik maar één kijker, hem of haar moet ik entertainen. Saai bestaat niet.

Hoeveel mensen zitten er maandag in die theaterzaal in Venlo en dinsdag in Lelystad?
Mol: 750 in Venlo volgens mij en in Lelystad net iets minder.

Bereiden jullie je uitgebreid voor?
Mol: Wéken! 
Plooij: Schrijven, schrijven, schrijven. Onzin natuurlijk. Hekwerk is een heel goed productiebedrijf, dat ons heeft geleerd hoe je een rode draad in een programma krijgt. En Huub Stapel is onze regisseur. 
Mol: Hij leert ons de do’s en dont’s in het theater. Hoe we het balkon erbij moeten betrekken, hoe we moeten bewegen of juist niet, heel leuk.

En dan krijgen jullie aan het eind van de avond een klaterend applaus?
Plooij: Hahaha, dat is een goeie!
Mol: Laat ik het zo zeggen: dat is meer iets voor Jack dan voor mij. Ik vind het helemaal niets.

Je maakt wel netjes een buiging naar het publiek?
Mol: Dat moet van Huub Stapel! Maar ik doe het nog steeds niet goed.
Plooij: Vanavond in Venlo gaan we het goed doen. Buigen, weglopen, terugkomen, een bos bloemen krijgen, buigen. Dat is toch leuk? Op tv krijgen we geen applaus.
Mol: Ik vind het echt moeilijk. Maar het gaat om het respect richting de bezoeker die de kans moet krijgen om de mensen op het podium te bedanken.
Plooij: Het is superleuk om de waardering van de fans te krijgen, omdat we nu oog in oog met ze staan. Normaal zitten er duizenden kilometers tussen.

Boeken en theatervoorstellingen; wat kunnen we nog meer verwachten?
Plooij: Ik zou heel graag een soort Lucky TV willen maken. Lucky F1 ofzo. We hebben ontzettend veel beeldmateriaal waar we gekke stemmetjes onder kunnen zetten. Maar het is heel moeilijk om te maken. We hebben er heel veel plezier in als we het proberen in de vorm van ideetjes opschrijven. Maar dan zegt Ollie: zo drie uit de losse pols is leuk, maar blijft het dat als je twintig aflevering móet maken? Ergens hoop ik wel dat het er ooit van komt.

Video: Jack Plooij hoopt voor Olav Mol dat hij tijdens een GP sterft in zijn harnas:

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.