Coming Out Day: uit de kast komen op werk, hoe doe je dat?
Het is vandaag Coming Out Day. Veel mensen denken dat je maar één keer uit de kast komt. En hoewel er aan die eerste keer vaak een grote worsteling vooraf gaat, vergeten we dat lesbiennes, homo- en biseksuelen in hun leven elke keer weer opnieuw uit de kast moeten komen als ze iemand leren kennen. Bijvoorbeeld op het werk, als ze aan een nieuwe baan beginnen.
Hoe kun je dit als LHBTI+’er het best aanpakken? Moet je het überhaupt zeggen? En wat kun je doen als collega’s negatief reageren?
LHBTI+ op werk
Hoewel steeds meer bedrijven vrolijk meedansen tijdens de jaarlijkse Gay Pride, is er op de werkvloer zelf vaak nog een hoop winst te behalen:
- Lesbische en homoseksuele werknemers ervaren bijvoorbeeld meer conflicten op de werkvloer, blijkt uit de LHBT-monitor 2018 van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP);
- Ze ervaren daarnaast minder werkgeluk;
- Biseksuele werknemers ervaren zelfs nog meer onbegrip;
- Lesbische, homo- en biseksuele werknemers krijgen ook vaker een burn-out dan hetero-collega’s.
Met dit soort feiten is het niet gek dat het spannend is om op werk uit de kast te komen.
Tips om uit de kast te komen op werk
We bellen met David Pollard, de executive director van Workplace Pride, een non-profit organisatie die de levens van LHBTI+werknemers wereldwijd wil verbeteren. Zij werken samen met tachtig grote organisaties en de overheid om het dialoog over inclusiviteit op de werkvloer actief te houden.
Uit de kast komen op werk is spannend en daarom twijfel je wellicht of je het überhaupt moet doen. Waarom is het relevant voor je collega’s op wie jij valt? Toch kan Pollard hier kort over zijn: „Ik raad het absoluut aan om uit de kast te komen. Als ik naar mijn eigen ervaring kijk, is het zo’n opluchting geweest.”
Het belangrijkste volgens hem is dat je helemaal jezelf moet kunnen zijn op werk. En dat doe je als je uit de kast komt. „Het is beter voor je werk als je jezelf bent, je hebt meer zelfvertrouwen en je bent productiever”, somt hij op. „Uit de kast komen is eigenlijk een win-winsituatie, voor jezelf en je werkgever.”
Zelf is hij niet uit de kast gekomen in een formeel gesprek. „Ik zei niet letterlijk: ‘Ik ben homo’, maar ik deelde verhalen over mijn man en ik”, vervolgt hij. „Ik praatte er gewoon over alsof het heel normaal was. Want het is ook heel normaal.” Maar hij snapt ook dat niet iedereen een relatie heeft en het dus op deze manier kan aanpakken.
Als je het lastig vindt om het gesprek aan te gaan, geeft hij als tip om het eerst aan andere LHBTI+’ers op werk te vertellen, om vervolgens het daadwerkelijke gesprek aan te gaan. „Het verandert je leven. Je zal nooit terugkijken en spijt hebben”, zegt Pollard. „Het is zo’n opluchting om je in gesprekken niet te hoeven inhouden.”
Omgaan met negatieve reacties
Helaas komt het nog wel eens voor dat niet alle collega’s positief reageren. Probeer daar niet te veel op in te gaan, raadt Pollard aan. „Je kunt diegene eraan herinneren dat er waarschijnlijk veel meer LHBTI+’ers in zijn omgeving zijn. Maar probeer altijd respectvol te blijven. Iedereen voelt zich weleens alleen. Daar hoef je niet zwart, homo of vrouw voor te zijn. Ook een hetero witte man kan dit gevoel hebben. Probeer dat in je achterhoofd te houden.”
Als de situatie niet meer houdbaar is, is het verstandig naar je leidinggevende te stappen. „Je kan het niet altijd alleen doen en dat hoeft ook helemaal niet”, zegt hij. „Het is niet jouw verantwoording om een goede werkomgeving te creëren, dat is die van je werkgever. Je bent in Nederland juridisch ondersteund.”
Doet je werkgever niet voldoende om je te steunen? Daar kan Pollard kort over zijn: „Dan moet je daar niet werken. Het allerbelangrijkste is dat je jezelf kan zijn.”