Ode aan Maarten

timgvandijk 13 jul 2015

Het ene moment zitten ze ondersteboven op de fiets om hun moeder te roepen. Even later zijn ze met mijnwerkersgezicht aan het harken op het buitenblad. Gepassioneerd beklaagt hij zich nog maar een keer over die oortjes. “Wat een telefoonrekening zullen die oude wijven daarachter in die auto’s hebben.” Onze Maarten heeft naar eigen zeggen met vrijwel het hele wielerpeloton gekoerst en elke berg persoonlijk opgestoempt. Boven alles heeft Maarten Ducrot de haast onmogelijke taak om drie weken lang elke dag de Tour de France van commentaar te voorzien. Ik geef het je te doen.

Zijn voormalige collega van de avondetappe, Mart Smeets, probeerde wielrennen aan het grote publiek te verkopen door de focus in extreme mate bij ‘het randgebeuren’ te leggen. Aan een tafel bij een oud kasteeltje of op een pitoresk pleintje, praatte Mart wel lekker door over kastelen, goede wijn en mooie muziek. Mogen wij dat zeggen? Ja, dat mogen wij zeggen.
Maarten Ducrot heeft het niet zo op het randgebeuren. Als de Franse regisseur in een eindeloos saaie etappe maar eens een autenthiek chateau in beeld brengt en Herbert Dijkstra daar een passend verhaal over klaar heeft liggen, kapt Maarten hem verveeld af. “Noemen ze hier elke uitgebouwde boerderij een kasteel ofzo?” Nee, Maarten kijkt fietsen. Stoempen, vals plat, pieren, en linkeballen, daar gaat het om. Dus daar praat Maarten over. En hoe.

Natuurlijk, er ontgaat hem nog wel eens wat en wat hij wel ziet wordt allemaal een beetje aangedikt. Hij kan urenlang voorbeschouwen op een flauw bochtje in de laatste kilometer. En in tegenstelling tot zijn vroegere radio collega Theo Koomen, heeft Maarten de pech dat een televisiekijker zelf kan zien dat een renner het misschien wel even zwaar heeft, maar zich niet gelijk een aambei aan het stoempen is. Maar laten we eerlijk zijn, de meeste etappes kunnen wel een vleugje Ducrot-dramatiek gebruiken. Ook tijdens etappes met minder sensatie dan een doorsnee damwedstrijd tussen motorisch zwakke cavia’s, praat Maarten urenlange televisie vol met hetzelfde enthousiasme als in de koninginnenrit.

Wanneer Mart Smeets voor het komende schaatsseizoen een nieuwe wollen trui gaat breien, zou Maarten het nog op een spannende manier van commentaar kunnen voorzien. “Jongens, kijk nou, hij piert zo het draad door die naald. Ja, dit is het moderne breien.” Ik zou kijken.