Johan van Boven
Johan van Boven Sport 9 jun 2016
Leestijd: 3 minuten

Olav Mol: Op Twitter word ik de dood in gewenst

Op de luchthaven van Barcelona stond er plotseling een man voor de neus van Olav Mol. Het was kort na de historische zege van Max Verstappen in de Grote Prijs van Spanje, toen de commentator van Ziggo Sport met tranen over zijn wangen de legendarische woorden sprak: „Yo hé! Yo ho! Yo fucking hell, wat bizar!”

De man had blijkbaar van Mols commentaar genoten. „Kijk, hier staat gewoon een held”, zei hij. „Goed gedaan, ik vond het tof. Ik geef je een hand. Veel plezier!” Het toverde een glimlach op het gezicht van de schrijver van het boek Een leven met Formule 1 „Autosportfans zijn goed opgevoede mensen. Als ik vroeger in een voetbalstadion kwam en Kees Jansma liep langs, vlogen de ziektes om zijn oren. Ik heb dat eigenlijk nooit.”

In het ‘echte’ leven dan. Online wordt hij wel zo nu en dan met de grond gelijk gemaakt. „Op asociale media, zoals ik het noem, is men lekker anoniem. Iedereen mag een mening hebben, maar als je niet onder je eigen naam twittert, heb je volgens mij iets te verbergen. Kimi101, Freak330 of weet ik veel wie krijgen nooit een antwoord van mij. Mensen denken niet meer na, ze gaan er blind in. En zo ongelooflijk ongenuanceerd. Ik ben de dood in gewenst en noem alles maar op.”

Mensen vinden Mol te populistisch. Of ze merken op dat hij te veel scheldwoorden gebruikt. Of te veel dingen mist tijdens een race. „Als mensen thuis zélf iets zien, hoef ik ze het toch niet te vertellen?” Mol schuift naar het puntje van zijn stoel en beweegt met zijn handen om de woorden kracht bij te zetten. „Mensen die willen weten hoe lastig het is, zouden bij de start van een Formule 1-wedstrijd eens het geluid van hun televisie tien minuten moeten uitzetten. En dan zelf vertellen wat ze zien. Maar niet tien seconden later hè? Dan weten ze pas hoe lastig het is. Probeer ook niet te zeggen ‘Sebastian Vettel maakt een pitstop’, terwijl hij de pitstraat in rijdt. Nee, roep een rondje daarvoor: ‘Als Vettel verstandig is, komt hij nu naar binnen’.”

Voldoening

Voor Mol draait zijn werk om details. Dáár haalt hij zijn voldoening uit. „Het zijn vaak maar een of twee dingetjes die ik roep. Ik denk altijd hardop. Zo ook tijdens de GP van Spanje, halverwege de race. Kimi Räikkönen kwam het rechte stuk op en had 0.9 seconden achterstand op Max, aan het einde van het rechte stuk was dat nog 0.2 seconden. Max moest dus altijd met 0,7 seconden verschil over start/finish komen om Kimi achter zich te houden. Als zowel Jos als Max Verstappen dan na afloop roept dat hij zich steeds op de laatste bocht heeft geconcentreerd om die voorsprong te behouden, dan denk ik: I nailed it!”

Maar als hij dan weer op Twitter kijkt, zakt de moed Mol soms in de schoenen. Wéér die scheldpartijen en negatieve kritieken. „Een of twee keer per maand overweeg ik ermee te stoppen. Maar Ziggo vindt het belangrijk dat ik bepaalde dingen kan retweeten of aankondigen. Als ik twitter dat ik vanavond in Peptalk zit, kijken er misschien mensen die anders niet zouden kijken.”

Dus neemt hij de anonieme haat op de asociale media voor lief. „Ik weet, misschien wel als de beste, dat niet heel Nederland op Olav Mol als autosportcommentator zit te wachten. Maar ik doe het nu eenmaal, het is mijn werk.”

https://www.youtube.com/watch?v=oROsYHepgsc

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.