Redactie Metro
Redactie Metro Binnenland 30 aug 2018
Leestijd: 3 minuten

Amelandseplein #5: “Zóveel!!?”

Ellen Mannens woont sinds kort in de Amelandsestraat in ‘probleemwijk’ Carnisse. Ze gaat op zoek naar de ware aard van haar buurt.

Mijn buren lachen me uit. En nog om iets heel persoonlijks ook. Tenminste, ik dacht altijd dat de prijs die je betaalt voor je huis een privéaangelegenheid is. Informatie die je niet met een ander deelt, laat staan dat iemand ernaar durft te vragen. Maar dat werkt anders in Carnisse.

“Jij hebt echt te veel betaald”, zegt mijn buurvrouw als we samen een bakkie van haar stevige Servische koffie doen. “Niet helemaal opdrinken hè”, waarschuwt ze me er meteen achteraan. “Onderop zit drap, dat is niet lekker.”

Even hoop ik dat de Servische koffie, die ze koopt op een adresje op Slinge, het hoofdonderwerp van ons gesprek wordt.

Helaas.

“Je had echt moeten zeggen tegen Woonbron dat de prijs omlaag moest. Er zat niet eens verwarming in je huis!”, zegt ze verbouwereerd.

Hier in Carnisse, in de straten rond het Amelandseplein, koopt een groot deel van de woningeigenaren zijn woning van Woonbron. De taxatiewaarde is de prijs en wie eerste wordt in de loting, mag de woning kopen voor die prijs. Wil je weg? Dan koopt Woonbron je woning terug voor de dan geldende taxatiewaarde. Een fijne manier van kopen in een tijd waarin kopers soms 10.000 tot 30.000 euro boven de vraagprijs bieden. De taxatiewaarde is de prijs bij Woonbron, overbieden is niet mogelijk, onderverhuren is verboden. Zo worden huizen geen investeringsobject van een huisjesmelker die de gewone koper van de markt duwt.

Maar ik heb dus alsnog te veel betaald, vindt mijn buurvrouw. Wat ze zelf voor haar huis heeft betaald, durf ik haar niet te vragen. Aan mijn benedenbuurman hoef ik de prijs van zijn woning niet eens te vragen. “Zóveel!!?”, reageert hij abrupt als hij de prijs van mijn huis hoort. “Weet je wat ik heb betaald?”

“Ik wil het niet weten”, zeg ik nog snel, maar de buurman heeft zijn bedrag al genoemd voor ik mijn vingers in mijn oren kan steken.

Buurman betaalde een kwart minder dan ik. Hij heeft daarvoor een huis mét tuin en hoefde niet, zoals ik, een warmwatervoorziening aan te leggen voor douche en verwarming. “En ik kreeg ook nog een verhuisvergoeding van 3000 euro”, zo strooit hij nog wat zout in de inmiddels open wond.

Gelukkig is daar mijn kersvers ontmoette overbuurman om me gerust te stellen. 23 jaar woont hij al in de straat. Hij vindt het wel mooi, die stijgende huizenprijzen. Komt er meer variatie in de straat. Leuk toch? Als het aan hem ligt, is mijn huis de prijs dubbel en dwars waard. “Je hebt toch geen geldzorgen met zo’n huis?”, zegt hij opgewekt. “Nou, da’s toch mooi? Als je huurt, betaal je minimaal het dubbele per maand. Nu heb je een eigen huis. Het is gehorig en klein. Maar je hebt je douche, je keukentje en je bent zo klaar met poetsen. Als mensen krom willen liggen voor een huis, mogen ze dat van mij doen, maar ik zit hier goed.”

Hij neemt even pauze om een voorbijganger te groeten. Mijn overbuurman groet alle mensen, zo vertelt hij. Of ze nu zwart, wit, oud of jong zijn. “Alle mensen zijn uiteindelijk gewoon hetzelfde. Maar de mensen van de Amelandsestraat zijn net even wat leuker dan de rest.”

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.