Loren Snel
Loren Snel Openbaar vervoer 16 mrt 2020
Leestijd: 5 minuten

‘Zes uitgestorven intercity’s per uur’ 

Je hoeft niet meer te dringen aan de treindeur of te hollen voor een plekje. Er zijn geen afgeladen roltrappen of rijen voor een bakje koffie. Ooit was dit het droomscenario voor een treinreiziger. Sinds kort is het onze dystopische realiteit.  

Om de verspreiding van COVID-19 in te dammen, kondigde de regering vorige week nieuwe maatregelen aan. Hierdoor was het afgelopen week 40 procent minder druk in het openbaar vervoer. Dit meldt Pedro Peter, voorzitter van branchevereniging OV-NL aan Metro. Nu ook de scholen gesloten zijn en zij die dat kunnen gevraagd wordt thuis te werken, zijn de stations en treinen zo goed als leeg. Tijdens de spits op maandagochtend vond er maar liefst 85 procent minder OV-chipkaartactiviteit plaats dan normaal, zo meldt Leonie Bosselaar, woordvoerder van NS.

‘Cruciale beroepsgroepen’

Is de resterende OV-chipkaartactiviteit afkomstig van reizigers die geen andere keus hebben? Niet per se. Zo komen we maandagochtend stagiaires, vrijwilligers en gepensioneerden tegen. De één is zijn laptopoplader op kantoor vergeten, de ander wil naar zijn koffieafspraak met een kennis. Weinig van hen beoefent het soort ‘cruciale beroepsgroep’ waarvoor OV-NL zegt het openbaar vervoer draaiende te houden, zoals medisch personeel, leraren en politie. Zo is er Toria, wachtend op Station Zuid op haar trein naar Almere. Waarom ze vandaag reizen moest? „Ik moet van mijn opleiding mijn stage-uren maken. De lessen gaan niet meer door, maar dit wel.” Waar ze stage loopt? „In een schoonheidssalon. Maar mijn bazin en ik dragen handschoentjes en mondkapjes.” De tendens lijkt te zijn dat zolang onze werkgever het niet verbiedt, en Nederland niet in lockdown is, sommigen van ons blijven inchecken, treinen en werken.’

Geen controles, wel treinen

Moet je reizen, dan kun je weinig kaartcontrole verwachten. Meerdere NS-medewerkers geven aan dat de conducteurs niet meer door de trein lopen. Ook kondigde de NS vrijdag aan geen extra spitstreinen meer in te zetten. Het verbaast machinist John daarom dat zijn werkrooster even vol is. Hij rust op een bankje voor de vertrektijden in een kaal Utrecht centraal, hij valt op in zijn fluorescerende gele jas. „Ze rijden nog steeds met zes uitgestorven intercity’s per uur. Dat kost onnodig veel energie en geld.” Ook vindt hij dat zijn managers meer rekening moeten houden met de machinisten. „Zij werken nu vanuit huis, maar wij moeten ons elke dag tussen de mensen begeven. Wie weet hoeveel van ons aangestoken worden.” Zelf vermoedt John dat er mensen misbruik maken van de crisis. „Iemand met een hoestje, mag nu lekker thuisblijven en kan de kamer behangen.”

Winkels op slot

Toch blijkt uit de uitgestorven stations en de gesloten stationswinkels dat velen van ons de crisis serieus nemen. Alle Starbucks die we tegenkomen zijn gesloten. Veel Broodzaken zijn dicht, evenals de Julia’s en Smullers. In de AH To Go’s en kiosken die open zijn, is het rustig en blijven mensen niet lang hangen. Er wordt enkel nog met pin, en vooral via de zelfscankassa afgerekend.  Verschillende medewerkers van Kiosk zeggen dat het bedrijf een overleg heeft ingepland over het openhouden van de winkels. „Maar het is gek”, zegt een medewerker op Station Zuid. „Ze zeiden eerst dat we konden blijven werken omdat we onder retail vallen, maar we hebben een Horeca-CAO.” Op Twitter geeft NS Stations te weten dat ze proberen „daar waar mogelijk een punt op het station open te houden waar je iets te eten of drinken kunnen halen”.

Gezellig is het niet, die meters afstand en de gesloten kiosken op de perrons. Reizigers bewegen zich schichtig en maken niet makkelijk een praatje. Op Station Zuid zijn de Britse Lara en James nog te porren voor een gesprek. Ze zijn via Frankrijk op doorreis naar Zwolle, waar ze als vrijwilligers gaan werken op een boerderij. „Mijn ouders zeggen dat het bij hen in Londen nog meevalt”, zegt Lara, „maar hier zijn de teugels aangetrokken, of niet?”

Katrijn
Waar: Utrecht Centraal
Wat: Reist van Arnhem naar Rotterdam Alexander

„Ik studeer bos- en natuurbeheer in Arnhem en ga vandaag veldwerk doen nabij Rotterdam. Gelukkig is dat in de open lucht, daar steek je elkaar minder gauw aan, hoop ik. Ik kan nu niet naar mijn familie in België toe, dat vind ik moeilijk. Mijn ouders en zus wonen bij de Franse grens en dat is natuurlijk ver reizen in deze tijden. Hoewel ze niet is getest, toont mijn zus wel alle symptomen van het coronavirus. Mijn moeder is huisarts en zorgt voor haar. Ik zou mensen willen aanraden goed bij zichzelf na te gaan of ze niet te ziek zijn om te reizen.”

Mihad
Waar: Utrecht Centraal

Wat: Werkt bij Service Point in Utrecht Centraal
„We verkopen nog veel iPhone-oortjes, maar verder is het erg rustig hier. Zo is het al sinds eind vorige week, toen de NS meldde dat we plastic handschoentjes moesten gaan dragen. We hebben nu ook aangepaste openingstijden, blijven minder lang open en mogen geen contanten meer aannemen. Ik verwacht dat we na twee uur vandaag wel weer nieuwe maatregelen zullen horen. Mijn kinderen doen HBO en WO, maar zitten nu alle drie thuis, samen met mijn moeder. Ik maak me zorgen om haar, ze is al oud. Ik en de kinderen geven haar geen kussen meer.”

Kees, Henrica en Aaron
Waar: Den Haag Centraal
Wat: Drinken samen koffie op Den Haag Centraal

„Wij treffen elkaar hier al vier jaar iedere ochtend. Daar kunnen die nieuwe maatregelen niks aan veranderen, je wil elkaar toch zien? Bovendien, wij hebben gezorgd dat deze bankjes hier staan. Aaron moest niets hebben van die grijze ‘kouwe kont-paddenstoelen’. We drinken koffie, maken praatjes met anderen, en bekijken het circus aan mensen dat voorbij loopt. Zoveel vrouwen liepen met hun jas open toen het min één graden was, die zijn nu vast ziek. Twee van ons (Kees en Aaron) werkten voor ons pensioen in de sociale hulpverlening en hebben heel wat leed gezien. De overheid heeft het zorgsysteem zelf om zeep geholpen. En nu is het crisis, logisch.”

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.