Johan van Boven
Johan van Boven Openbaar vervoer 18 okt 2018
Leestijd: 4 minuten

Machinist Tim zet zijn favo Metro-pagina in elkaar

Het is nog stil op de redactie als Tim van Rij arriveert. Het is nog geen 09:00 uur en er zitten pas drie mensen achter hun laptop wakker te worden met een bak koffie of thee. Desondanks wordt de 20-jarige NS-machinist warm onthaald. Verslaggever Iris Hermans herkent hem van Instagram. „Hey! Machinist Tim!!!”

Via Insta kwamen we in gesprek met Tim en uiteindelijk maakten we de afspraak dat hij een keer zou langskomen voor een kijkje achter de schermen. De machinist uit Delft is nieuwsgierig hoe zijn favoriete pagina tot stand komt: de social mediapagina met uiteraard de hashtag #treinleven. „En ik ben sowieso benieuwd naar hoe jullie het elke dag weer voor elkaar krijgen om een verse krant te maken.”

Keuze

Uiteraard willen wij op de redactie ook alles over Tim weten. Hoe kan hij op zo’n jonge leeftijd al verantwoordelijk zijn voor het besturen van een trein? „Ik woonde in Delft vlakbij het spoorviaduct en ik reisde dagelijks met de trein naar mijn middelbare school in Rotterdam. Toen we een stageplek mochten regelen bij een bedrijf waar we later wellicht wilden gaan werken, was de keuze voor mij gemakkelijk: de NS.”

Zijn bezoek aan de Nederlandse Spoorwegen zorgde ervoor dat hij alleen nog maar enthousiaster werd over zijn toekomstplannen. Dus meldde Tim zich na de middelbare school aan bij het Scheepvaart en Transport College (STC) om de opleiding tot machinist te volgen.

Nieuwe volgers

Op 17-jarige leeftijd haalde hij zijn diploma. Direct na zijn 18e verjaardag ging hij aan de slag bij de NS. „Ik was toen een tijd lang de jongste machinist. Familieleden en vrienden wilden graag weten hoe mijn werkdagen eruitzien en besloot ik dat via Instagram (@tim_van_rij) te laten zien. Op een gegeven moment nam ik een dag het account van de NS over en dat was voor RTL Nieuws aanleiding om daar een nieuwsbericht over te maken. Sindsdien is het heel hard gegaan qua nieuwe volgers. Het is heel leuk om al die mensen te laten zien wat er allemaal bij komt kijken om een trein te laten rijden. Want daar is uiteraard veel meer nodig dan alleen een machinist.”

Om 09:30 uur schuift Tim aan bij de redactievergadering. We bespreken de krant die vanochtend op de stations lag en nemen de mogelijke onderwerpen voor de krant van morgen door. Een van de onderwerpen is de Dutch Design Week, waarbij is gekeken naar hoe het wachten voor treinreizigers aantrekkelijker kan worden gemaakt. „Ik kom dagelijks duizenden forensen tegen, dus dit spreekt mij heel erg aan”, zegt Tim. „Ik zit niet alleen maar in mijn cabine. Zodra het kan probeer ik naar buiten te stappen en met collega’s en reizigers te praten. Juist het contact met al die verschillende mensen maakt mijn werk zo leuk.”

Tim aan het werk op de redactie van Metro. Hij neemt de socialpagina voor zijn rekening.

Tim heeft ons Instagram-account overgenomen en op Stories gevraagd of er dingen zijn die onze volgers willen weten. De vragen stromen binnen. Hoe laat gaat de laatste verslaggever naar huis? Hoe veel kranten worden er per dag gedrukt? Wie schrijft de horoscopen? Tim gaat bij de mensen op de redactie op zoek naar antwoorden en zet die vervolgens weer op Stories.

Maar dan is het toch echt tijd voor zijn favoriete pagina. Tim wil graag weten hoe we @metro in elkaar zetten. Het antwoord is vrij simpel: we krijgen via Snapchat, Instagram, Facebook en Twitter heel veel foto’s en berichten binnen. Verder zoeken we via #treinleven naar mooi beeld en grappige berichtjes. De leukste geven we een plekje in de krant.

Lachen

„Leuk om te zien hoe jullie aan al de foto’s komen”, zegt Tim. „Ik moet vaak lachen om jullie tekstjes onder de foto’s en nu mocht ik er zelf een paar bedenken. Heel leuk om te doen.”

Zelf heeft Tim uiteraard ook al verschillende keren op de @metro-pagina gestaan. Een collega van hem heeft zelfs een plakboekje gemaakt met knipsels uit Metro. Kijk, daarom houden we nou zo van de NS!

Nu is het wachten tot Tim heeft geregeld dat we met de hele redactie een bezoek kunnen brengen aan zijn treincabine.

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.