Johan van Boven
Johan van Boven Sport 3 mei 2018
Leestijd: 3 minuten

Zieke kindjes zijn voorbeeld voor spelers Feyenoord

Ja, natuurlijk was het hartstikke leuk om de spelers van Feyenoord woensdag met de gouden KNVB-beker in de hal van het Sophia Kinderziekenhuis te zien. Maar voor negen patiëntjes werd het jaarlijkse bezoek van de Rotterdamse club nog veel mooier. Nadat de selectie was toegejuicht, kropen ze in de huid van een Metro-verslaggever om aanvoerder Karim El Ahmadi, keeper Justin Bijlow en aanvaller Bilal Basacikoglu te interviewen.

De kinderen hadden zich uitstekend voorbereid en namen enorme lijsten met vragen mee. De een zat met klamme handjes te wachten op de komst van de spelers, de ander hing ontspannen onderuit op de bank met de telefoon van papa te spelen. Maar bij iedereen begonnen de ogen te glinsteren, toen El Ahmadi met de KNVB-beker naast de kindjes ging zitten.

Verlamd

Het contrast kan bijna niet groter zijn: een topfitte voetballer die een vrij zorgeloos leven leidt dankzij zijn werk en kinderen tussen de 6 en 16 jaar die door hun ziekte vaker in het ziekenhuis zijn dan hun – en hun ouders – lief is. Neem Loubna Ettaheri. Op de vraag hoelang ze al in het Sophia Kinderziekenhuis komt, antwoordt ze: al mijn hele leven. „Ik ben met een open ruggetje geboren en tot mijn middel verlamd”, aldus het 14-jarige meisje.

Ze zegt het met een glimlach. Zelf vindt ze dat heel vanzelfsprekend. „Wat heb je eraan om de hele dag chagrijnig te zijn? Je moet altijd blijven lachen. Daarom vind ik het ook zo leuk dat de spelers van Feyenoord hier elk jaar op bezoek komen. Ik heb zelf niet heel veel met Feyenoord, maar voor de kinderen die wél supporter zijn, is het natuurlijk helemaal geweldig. Dan kunnen ze hun zorgen even vergeten. Toen ik kleiner was had ik het er best moeilijk mee, maar ik heb ermee leren leven dat ik voor de rest van mijn leven verlamd ben en naar het ziekenhuis moet. De ene maand is dat twee keer, de andere maand misschien wel tien keer. Soms is het best lastig om in een rolstoel te zitten, want mijn vorige kon niet goed over drempels heen en ik kukelde daardoor steeds achterover.”

Vrolijk

Haar lach galmt door de hal van het ziekenhuis. De vrolijkheid van Loubna en de andere kinderen maakt indruk op de spelers van Feyenoord. „Ik snap dat de kids een beetje tegen ons opkijken, maar wij zijn juist degenen die tegen hen opkijken”, zegt El Ahmadi. „Ze zijn allemaal zo ontzettend veel aan het lachen, terwijl zij toch de nodige tegenslagen te verwerken hebben gekregen. Het is moeilijk om te zien hoe zij op jonge leeftijd al met zulke tegenslagen te maken krijgen. Echt, die kinderen zijn een voorbeeld voor ons. Ze zetten ons met beide benen op de grond. Ze laten ons beseffen dat wij ook elke dag vrolijk moeten zijn.”

Loubna geeft nog maar eens het goede voorbeeld door aan Bijlow te vragen wat het mooiste doelpunt is dat hij ooit heeft gemaakt. „Ik ben keeper…”, lacht hij. De 14-jarige gelegenheidsverslaggeefster komt niet meer bij. „Ik ga stuk! Hier ga ik nog heel vaak aan terugdenken en dan nóg harder lachen.”

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.