Jelmer Visser
Jelmer Visser Dossier 27 jan 2018
Leestijd: 8 minuten

“Reizen is een collectieve dwangneurose”

De een gaat ‘op vakantie en de ander gaat ‘op reis’; de een is ‘een toerist’, de ander is een ‘reiziger’. De toerist is een lomp kuddedier die aan het zwembad geniet van een all inclusive hotel en in de rij staat voor toeristische attracties; de reiziger is een uniek individu die zijn leven verrijkt en goede vrienden wordt met ‘de locals‘. Wat maakt iemand een toerist en wat maakt iemand een reiziger? En klopt dit onderscheid wel? Deze week in Metro’s Dossier: de schaduwzijden van het reizen.

Volgens bijzonder hoogleraar filosofie Ruud Welten bestaat het onderscheid tussen reiziger en toerist helemaal niet. Hij meent dat vermeende onderscheid een gevolg is van onze eigen individualistische maatschappij waarin iedereen uniek ‘moet zijn’. En hij gaat nog verder. Zo stelt hij dat onze maatschappij aan een collectieve dwangneurose lijdt als het om reizen gaat en dat het hedendaagse toerisme een moderne vorm van kolonialisme is.

'Jezelf niet als toerist zien is juist een symptoom van toerisme" – Ruud Welten ©Ruud Welten

Reiziger of toerist? 

„Een vliegreis naar een verre bestemming is in de afgelopen decennia vele malen makkelijker geworden. Tegenwoordig kan je voor een paar honderd euro naar de meest afgelegen uithoeken van onze planeet vliegen. Een ‘reiziger’ is in feite iemand die iets unieks wil meemaken. Iemand wil iets heeft gezien wat niemand anders heeft gezien. De tragiek van de moderne toerist is dat de wereld al volledig ontdekt is. Toch willen we graag op plekjes komen waar nooit iemand anders was. Zo voelen we ons uniek. Tegenwoordig is er niemand meer onder de indruk van een weekendje Londen. Om iets authentieks te kunnen vertellen of te delen moet je je buiten de gebaande paden begeven en het liefst in een arm land waar zo min mogelijk toeristen komen. Dat leidt ertoe dat we massaal claimen ‘off the road’ te gaan."

Welten stelt dat reizigers menen recht te hebben op een unieke en authentieke ervaring tijdens hun tripje. „Iemand die zich profileert als reiziger kijkt neer op toeristen. Toeristen zijn dom en lopen met de massa mee. ‘De toeristen, dat zijn de anderen, ik ben niet zo.’ Maar de paradox in dit verhaal is dat vrijwel niemand zichzelf als ‘toerist’ bestempelt; iedereen is ‘anders’, wat feitelijk elke reiziger weer een toerist maakt. ‘Jezelf niet als toerist zien’, is juist een kenmerk van een toerist zijn."

Wat onderscheidt de zelfbenoemd reiziger dan precies van de toerist? „De reiziger komt op plekken waar toeristen niet komen, dit zijn bijzondere – vaak afgelegen – plekken in ontwikkelingslanden. De reiziger eist authenticiteit en kennismaking met andere culturen. En dit is precies hoe nagenoeg elke toerist over zichzelf praat. Hij is op plekjes geweest waar ‘geen toeristen komen’."

Cambodjaanse kinderen ©Igor Ovsannykov

Modern kolonialisme

„Wat niet veel mensen beseffen is dat toerisme de grootste branche ter wereld is.” vertelt de hoogleraar. „Een gevolg van deze grote omvang is dat er een enorme hoeveelheid geld in omgaat. Toerisme is een onmisbaar verdienmodel geworden voor veel mensen en zelfs voor hele landen. Ik noem toerisme soms wel een nieuwe vorm van kolonialisme. Een goed voorbeeld hiervan is de reis waarin mensen welzijnswerk gaan doen in een weeshuis in Cambodja. Rondtoeren in de binnenlanden is fout. We willen mensen helpen en ons ‘onderscheiden’ van anderen. Reizen is gemoraliseerd. Hier zit echter een kwalijke industrie achter met vele misstanden. De kinderen zijn vaak niet eens wees en de weeshuizen zijn puur ingericht om westerse toeristen het idee te geven dat zij iets goeds doen voor de wereld.”

Ook bij het argument dat jouw financiële bijdrage goed is voor de plaatselijke economie zet Welten vraagtekens. „Vooral de touroperators profiteren hiervan. In de landen zelf profiteert vooral een rijke bovenlaag. Landen als Cambodja zijn echter arm met een beperkte economie. Het massale toerisme van ‘reizigers’ op zoek naar authenticiteit drijft de bevolking uit elkaar en maakt de verschillen tussen rijk en arm eerder groter dan kleiner."

Volgens Welten lijden we aan een collectieve dwangneurose in onze zoektocht naar unieke ervaringen. „Vanuit jouw referentiekader als individuele westere toerist zul je niet snel te maken krijgen met het echte leven van de mensen daar. Onbewust zijn we – heel oneerbiedig gezegd – aapjes aan het kijken. Dit gebeurt precies op de momenten dat we claimen ‘in echt contact te zijn met de locals’. Het woord ‘locals‘ alleen al. Zo noem je je vrienden thuis toch ook niet?”

Statussymbool

„We doen alsof reizen over grote ervaringen gaat, maar in werkelijkheid heeft het daar niets mee te maken. Het gaat erom dat we er geweest zijn, dat we indruk maken op anderen, dat we iemand zijn.” aldus Welten. „De reisverhalen en de perceptie van anderen vormen jouw identiteit, niet de ervaringen op zich."

In tijden waarin we ons hele leven op sociale media delen, doen beelden van een verre reis het altijd goed. Borneo is fotogenieker dan Almelo. Een selfie vanaf een tropisch strand levert in de regel meer waardering op dan een selfie vanuit de binnenstad van Almelo. Wanneer iemand iets op sociale media plaatst en deze erkenning krijgt in de vorm van likes en reacties dan komt er dopamine vrij. Dopamine is een stofje waardoor we ons lekker gaan voelen. Het voelt als een beloning. En bij reisverhalen is dit niet anders.

„Een concreet voorbeeld hiervan is een bezoek aan de Toren van Pisa", licht Welten toe. „Iedereen haalt exact hetzelfde grapje uit. Door de geportretteerde in een bepaalde hoek te fotograferen, lijkt het net alsof diegene de scheve toren weerhoudt van een val. Dit wordt letterlijk duizenden keren per dag gedaan. Het is eerder een soort van ritueel om anderen te tonen dat jij het naar je zin hebt. Hiermee verschaf je jezelf het symbool dat blijkbaar hoort bij ‘een fijne tijd hebben in Pisa’. Je kan beter daadwerkelijk een fijne tijd ervaren en vanuit die gedachte gekke spontane capriolen uithalen.”

Auschwitz als toeristische attractie ©Unsplash Albert Laurence

Individualistische verwachtingen

De hoogleraar ziet twee voornaamste oorzaken van deze problematiek: doorgeschoten individualisme met een obsessieve zoektocht naar authenticiteit gecombineerd met hoge verwachtingen. „Niemand zal zeggen dat zijn 14 maanden durende rondreis door Zuid-Amerika eigenlijk maar een matige ervaring was. Reizen kost een hoop geld. En kan het geld dus maar beter waard zijn. Hoe? In de vorm van authentieke verhalen en beelden. We praten, denken, verwachten en eisen een onvergetelijke gewaarwording.”

In onze zoektocht naar bijzondere belevingen gaan we steeds verder volgens Ruud Welten. „Nog niet eens heel lang geleden, in de jaren ’70, was een tripje naar Parijs en de Eiffeltoren al avontuurlijk zat. Die tijd is voorbij. We moeten met bloedende voeten arriveren in Santiago de Compostella of ternauwernood ontsnapt zijn aan inboorlingen om nog tevreden te zijn. Dus gaan we op zoek naar nieuwe ‘niet toeristische’ plekken. Zo is de sloppenwijkselfie aan een opmars bezig en reizen mensen zelfs naar oorlogsgebieden in het Midden-Oosten omdat ze zichzelf willen ‘onderscheiden’ van anderen."

Een zeer wrang voorbeeld hiervan vindt Welten de populariteit van Auschwitz. „Het voormalige concentratiekamp in Polen is een van de snelst groeiende toeristische attracties in Europa. Als je dit een paar decennia terug zou zeggen dan werd je voor gek verklaard en zou dit als smakeloos gezien worden. Toch is dit wel aan de hand.”

Fijn op reis

Op de vraag of toerisme per definitie slecht is, antwoordt Welten ontkennend. „Nee hoor, ik ga zelf ook graag op reis maar er is wel veel te zeggen over de houding die mensen aannemen als ze een ander land bezoeken. Hoewel we denken allemaal uniek te zijn, is er feitelijk helemaal niet zo veel verschil tussen ons. Al van kinds af aan wordt ons verteld dat we bijzonder zijn en dat we ons moeten onderscheiden van de rest. Dit geeft ons allemaal het gevoel dat we bijzonder zijn. Het jaagt ons op. In praktijk zijn we echter in grote lijnen gelijk en gaan we, als we op reis gaan, naar een plek die niks met jou heeft en vice versa.

Denk je nu nooit meer zonder schuldgevoelens op vakantie of op reis te kunnen? Maak je geen zorgen. Welten pleit ervoor om drie dingen in je achterhoofd mee te nemen zodat je toch nog kan genieten van een zorgeloze en fijne vakantie. „Ouderwets toerisme, zoals het in de 20ste eeuw was, ging veel minder over unieke zaken meemaken. Bovendien gingen we toen veel minder op vakantie. Acht keer per jaar op en neer vliegen is ongelofelijk slecht voor het milieu. Besef daarnaast dat andere mensen geen ‘dingen’ zijn. Wees eerlijk; een foto met een ‘local’ is toch gewoon stupide en vernederend? En tot slot; denk niet dat jij zo enorm anders bent als de rest. Elk mens is een groepsdier met vele overeenkomsten. Hier is ook helemaal niks mis mee.”

Ruud Welten (1962) is werkzaam als bijzonder hoogleraar bij Faculteit der Wijsbegeerte aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en als universitair hoofddocent filosofie aan Tilburg University. Hij publiceerde onder meer ‘Het ware leven is elders. Filosofie van het Toerisme’ (2013), en ‘Onder vreemden. De ander in de reisliteratuur’ (2014) en ‘Towards an hermeneutic approach of the tourist’ (2014). Dinsdag 30 januari geeft hij in Utrecht bij het Instituto Cervantes een openbaar college met de titel ‘Reizen we onze aarde kapot?’

OVER METRO’S DOSSIERS

Elke zaterdag vind je bij Metro verhalen over spraakmakende zaken. We kennen het, doordeweeks moet alles vlug, maar gelukkig is er in het weekend tijd om lekker lang te lezen over opzienbarende onderwerpen. Boeiend? Absoluut! Schokkend? Soms. Confronterend? Misschien. Interessant, met een knipoog en vanuit meerdere perspectieven belicht? Altijd!

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.