Pierre Oitmann
Pierre Oitmann Entertainment 14 nov 2019
Leestijd: 5 minuten

Kensington kwam tot bezinning in andere tijdzone

Wat doe je als de top bereikt hebt? Dat was de vraag die Kensington bezighield tijdens het maken van het album Time. „We konden maar één kant op en dat was gewoon weer terug”, meent Casper Starreveld.  

Zanger/gitarist Eloi Youssef, gitarist Casper Starreveld, drummer Niles Vandenberg en bassist Jan Haker hebben het afgelopen decennium in vrijwel elke Nederlandse stad opgetreden, hebben dertien Ziggo Dome-shows op hun naam staan en vorig jaar volgde de bekroning op de zegetocht van Kensington met een concert in de Johan Cruyff Arena. Het kwartet trok zich een poosje terug in Canada, om daar te werken aan het album Time.

Weg van de stad

„Het was tijd voor bezinning en dingen anders doen”, zegt Starreveld. „Waar we vaak met vorige albums naar de stad neigden en wat meer prikkels opzochten, zijn we nu heel bewust het Canadese bos ingegaan om echt meer focus te kunnen hebben. Je zit in een andere tijdzone, je hebt geen dagelijkse beslommeringen, geen belletjes, geen e-mails, niks. Je gaat gewoon muziek maken in het bos.”

„We voelden dat dit was wat we moesten doen op dit moment in onze carrière en in onze levens ook”, vervolgt hij. „Het contrast is ook heel mooi; je komt uit de Arena – wat een soort outerbody experience is, een megalomane maalstroom van emoties – en daarna ga je lekker een blokhut in. Dat contrast voelde goed. Van het allergrootste dat je kunt doen als band in Nederland terug naar de basis.”

De gitarist omschrijft alle voorgaande albums als een opbouw naar waar de band nu staat. De bassist bevestigt dat. „Het is de eerste keer dat we reflecteren waar we nu zijn, in de zin van dat je alles van een afstandje bekijkt. Het is een sneltrein waar je in zit en je komt steeds verder. Op een bepaald moment kom je zover dat je bijna even moet bezinnen en stilstaan bij de vraag: op welk punt in onze carrière zijn we nu eigenlijk?”

Selectiever

Time kwam tot stand dankzij producer Garth Richardson en mixer Andy Wallace, die de kenmerkende geluidsmuur van Kensington enigszins afbraken. „Een nummer als Streets of Riddles heeft dat nodig; die ‘wall of sound’, die fucking vuist in je gezicht”, vindt Starreveld. „Toen waren we nog op weg naar iets. Het was een heel andere tijd of zo. Het is bijna gek om te zeggen, maar we eisen meer van onszelf maar doen daardoor wel minder. We vinden het belangrijker om duidelijkere keuzes te maken.” Het is een leerproces, concludeert Haker. „Op een gegeven moment herken je welke elementen in een nummer de meeste impact maken of het meest essentieel zijn. Het is bijna natuurlijk dat je wat selectiever wordt. Eerst zijn er nog veel ideeën die je in een nummer kwijt wil.”

Buitenlandambities zijn er nog steeds voor Kensington, maar hebben geen hele grote prioriteit. „In het buitenland is een zelfde stijgende lijn te zien, alleen iets minder steil”, lacht Starreveld. „Het is ook op een andere schaal”, vult Haker aan. „We zijn er niet zo praktisch mee bezig”, aldus de gitarist. „We weten dat we het niet kunnen forceren en we hebben het dusdanig druk in Nederland dat we niet het hele jaar op Europese tournee kunnen gaan. Je moet je momenten kiezen.” De heren hebben geaccepteerd dat het lastig is om de Amerikaanse markt te veroveren. „We hebben niet per se de ambitie om door Amerika te touren. Als je dat wil goed doen, moet je er gaan wonen en je er helemaal op storten, maar we zijn blij met wat we in Nederland hebben en in Europa. Je moet een beetje oppassen dat je niet op teveel paarden wedt en alles een beetje half doet.”

Uitzweten

Na vorig jaar de Arena te hebben plat gespeeld, staat Kensington op 5, 6 en 7 december weer in de Ziggo Dome. In de tussentijd heeft de band wat kleinschaligere optredens gegeven. „De eerste show na de Arena was hilarisch”, weet Starreveld nog. „Dat was vier dagen erna in Duitsland, in een dorpje voor vijfhonderd man in een soort circustent en daarna moesten we weer door naar Tsjechië. Het voelde als uitlopen na een hele zware training. We hadden geen tijd om de versterkers en alles aan te passen, dus we gingen met de hele Arena-productie die circustent in. Dat was eigenlijk heerlijk, toen kon je een beetje uitzweten.”

„Soms is het enger om voor honderd man te spelen dan voor vijftigduizend”, geeft Starreveld toe. „Je ziet heel duidelijk wanneer mensen afhaken, op hun telefoon kijken of met elkaar staan praten. Hallo, ik sta hier mijn best te doen, vriend!” Op dat soort momenten slaat zelfs bij ervaren muzikanten als die van Kensington de onzekerheid toe. „Het is altijd zo dat als je op het podium bezig bent en er staat voor je iemand die het heel duidelijk niet staat te waarderen, dat je denkt: het ligt echt aan mij”, vertelt Starreveld. „Ik denk dat het je als muzikant scherp houdt, want je wordt meteen geprikkeld om je best te doen”, besluit Haker. „Ik vind dat het best gezond is om af en toe die ervaring te hebben.”

Geen Songfestival
Het lijkt Casper Starreveld onwaarschijnlijk dat Kensington ooit voor Nederland zal uitkomen op het Eurovisie Songfestival. „Ik denk niet wat wij ooit het Songfestival zouden doen. Het is wel tof dat Nederland een weg ingeslagen is met de nadruk op kwaliteit, maar het is niet echt ons ding.”

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.