Dagboek van een gescheiden moeder: ‘Hij schreeuwde dat hij naar papa wilde’
In Dagboek van een gescheiden moeder volgt Sara (36) haar weg door de wirwar van co-ouderschap, huilmomenten, twijfel en kleine overwinningen. Want een relatie beëindigen is één ding, maar een kind (7) opvoeden met je ex? Dat is misschien wel de grootste uitdaging van allemaal.
Hoofdstuk 2: de eerste week zonder papa in huis. In de video bovenaan, hoor je een samenvatting van hoofdstuk 1.
Een rustig weekend
Sara: „De eerste week zonder zijn vader in huis voelde vreemd. Alsof er een stukje uit de puzzel ontbrak, maar de lege plek nog niet goed zichtbaar was omdat overal in huis nog herinneringen lagen. Een stapel van zijn favoriete tijdschriften op tafel, het scheerapparaat in de badkamer en zijn slippers in de gang. Ik had het allemaal laten staan. Niet uit gemakzucht, maar omdat weghalen ineens zo definitief leek.
Mijn zoon voelde het ook, dat kon ik aan alles merken. Hij sliep onrustig, at minder goed en keek vaker naar de deur alsof hij verwachtte dat papa elk moment binnen zou stappen. Ik besloot het in het weekend daarom rustig te houden.
„Zullen we samen appeltaart bakken?”, stelde ik op zaterdagochtend voor. Zijn ogen lichtten op. Even een glimp van het enthousiasme dat ik de afgelopen dagen zo had gemist. We schilden appels, hij strooide er veel te veel kaneel over en ik probeerde de sfeer luchtig te houden, maar ergens halverwege ging het mis: de bodem brak toen we het deeg uitrolden. Een stuk plakte vast aan het aanrecht en de rest scheurde in mijn handen. Ik probeerde het te redden met een grapje, maar mijn zoon gooide de deegroller neer en barstte los.
„Ik wil naar papa!”, schreeuwde hij, met vuurrode wangen en betraande ogen.
Huilen en stampen
Het sneed dwars door me heen. Alles in mij wilde hem beschermen tegen dit verdriet, maar tegelijk wist ik ook dat ik het niet kon wegnemen. Ik ging naast hem zitten op de grond en wilde hem knuffelen, maar hij sloeg mijn handen weg. Zo rauw had ik zijn boosheid nog nooit gevoeld.
Ik deed niets. Ik liet hem schreeuwen, huilen en stampen. En toen hij uiteindelijk uitgeput in mijn armen viel, zei ik: „Weet je wat? Dan maken we twee appeltaarten. Eén voor hier en één die je morgen mee kunt nemen naar papa. Dan heeft hij ook een stukje van ons weekend.” Hij kreeg weer een lach op zijn gezicht. En zo stonden we even later opnieuw te kneden – dit keer met iets meer geduld en een klein beetje hulp van mijn kant.
Taart voor papa
De taart lukte. Of eigenlijk: de taarten. Eén voor ons samen, warm uit de oven, met een huis dat weer even rook naar vroeger. En één die hij morgen trots naar zijn vader zou brengen.
Het scheelde niets aan pijn of verdriet, maar het gaf hem wel iets om vast te houden. En mij ook. Want misschien is dat wat co-ouderschap in de praktijk betekent: leren dat je kind de ander soms mist, maar dat je altijd manieren vindt om hem te laten voelen dat liefde niet ophoudt bij twee huizen.”