Michelle van der Molen
Michelle van der Molen Health & mind 7 jun 2025
Leestijd: 8 minuten

Marjolijn heeft smetvrees (OCD) en is moeder: ‘Ik durfde niet meer te koken’

Marjolijn Kraaij (36) ontwikkelt tijdens haar zwangerschap – nu acht jaar geleden – een vorm van smetvrees (OCD) en komt erachter dat ze dwang heeft. Als moeder heeft zij het er moeilijk mee, vertelt Marjolijn openhartig aan Metro.

Voor wie smetvrees heeft: een dweiltje is wél echt vies, schreef Metro eerder.

Obsessief eerlijk en verantwoordelijk

Als kind heeft Marjolijn vooral last van nare voorstellingen: obsessieve gedachten. „Ik dacht dat ik gekke en foute gedachten had, was obsessief eerlijk en had een enorm verantwoordelijkheidsgevoel. Pakte ik een snoepje uit de trommel, dan lag ik daar avonden van wakker. ‘Ik ben een slecht mens’, dacht ik dan.
Ik wist niet dat dit dwang was, de diagnose is pas gesteld na mijn zwangerschap. Had ik als kind eerder smetvreesklachten gehad, dan was dit zichtbaar geweest voor de buitenwereld. Mentale dwang kun je aan de buitenkant moeilijk zien. En als kind heb je niet de woorden om aan je ouders uit te leggen wat er binnen in je hoofd gebeurt.”

Smetvrees ongrijpbaar

Op het moment dat Marjolijn erachter komt dat ze zwanger is, treedt haar enorme verantwoordelijkheidsgevoel weer op. „’Wat als ik een miskraam krijg?’, dacht ik. ‘Heb ik dan iets fout gedaan?’ Ik werkte in een dierenkliniek en heb op de dierenambulance gezeten: ik kon wel ergens tegen. Maar mijn klachten, waaronder smetvrees, werden al in het begin van mijn zwangerschap heel ongrijpbaar. Mijn werk heb ik dan ook moeten opzeggen.”

Elke zwangere vrouw let op haar voeding, maar bij Marjolijn gaat het zo ver dat het doen van boodschappen angst oproept. „Ik zag bij elk product wel een gevaar en vond het eng om naar de supermarkt te gaan. Waar ik in het begin nog angst had voor een druppel rauw ei, vanwege de kans op listeria, werd het al snel een angst voor alles waar ei in zat verwerkt. Hoe meer je angst toeneemt en je hieraan toegeeft, hoe meer je vertrouwen afneemt. Als het zo ver gaat, is het wel heel lastig om het dagelijks leven vol te houden.”

Therapie voor smetvrees

Voor haar partner is het op dat moment heel lastig om met de enorme onrust van Marjolijn om te gaan. „Dat gaf soms wrijving. Ik durfde niet meer te koken. Maakte ik een plastic verpakking open, dan was ik bang dat er een stukje plastic in de pan terechtkwam en dat ik het binnen zou krijgen. Was mijn man blij dat ik lekker spaghetti aan het koken was, maar gooide ik alles vervolgens in de kliko, omdat ik de angst kreeg dat ik tijdens het koken niet goed genoeg had opgelet.

Verstandelijk wist ik ergens wel: mijn angsten gaan met mij op de loop. Mijn partner probeerde me vaak ook gerust te stellen: ‘Zoveel zorgen als jij je maakt, dat hoeft helemaal niet. We gaan dit gewoon eten.’ Toen ik acht weken zwanger was en het zo ernstig begon te worden, ben ik hulp gaan zoeken. Ik trof een therapeut die mijn vertrouwen probeerde te winnen, door me te vertellen dat ze zelf een miskraam had gehad.”

smetvrees Marjolijn Kraaij
Marjolijn. Foto: Chantal van Dooren

Marjolijn vervolgt: „Haar voorbeelden maakten me nóg banger. Zo vertelde ik haar dat ik – als ik een appel wilde eten – deze extreem lang moest afspoelen onder de kraan, uit angst voor bestrijdingsmiddelen. Haar antwoord: ‘Als ik mijn kleinkinderen een banaan geef, was ik die ook af.’ Ze bedoelde het goed, maar had niet door dat ik dwang had en dat ze met deze uitspraak mijn klachten verergerde. Het is dus niet zo vreemd wat ik doe, werd mijn eigen conclusie. En ik begon nog voorzichtiger te handelen. Bananen waste ik vanaf dat moment óók af.”

De afwas

Marjolijn hoopt dat de angst na de geboorte van haar zoon zal afnemen. „Als je kindje in je buik zit, voelt het alsof je geen controle hebt. Als ik maar kon zíen dat het goed met hem gaat, zou het met mij ook beter gaan. Dat was niet het geval. Ik kreeg na zijn geboorte last van een vorm van smetvrees, waarbij ik bang werd voor afwasmiddel.

De kraamzorg had mij uitgelegd dat zeepresten in flesjes niet goed zijn voor de darmen van je baby. Na urenlang flessen afspoelen, was ik bang dat er nog steeds zeep aan zat. Het begon met de flesjes, maar ging over op de gehele afwas zodra onze zoon hapjes ging mee-eten. Ik had er een dagtaak aan om de afwas af te spoelen, bang een restje te missen. Ik had geen vertrouwen meer in mijn eigen beoordelingsvermogen.”

Dwang

Vier maanden na de bevalling komt Marjolijn erachter dat ze last heeft van een dwangstoornis. „Op de tv zag ik psychiater Menno Oosterhof, hij heeft zelf ook OCD. De manier waarop hij dit had uitgelegd, was voor mij heel herkenbaar. Maar tegelijkertijd schaamde ik me: hoe ging ik dit uitleggen aan de buitenwereld?

Ik heb vele soorten hulp gehad, maar de dwang werd lange tijd niet herkend. Weten wat het is, is zo belangrijk. Net als erover durven praten: dat heeft mij erg geholpen. Nu ik wist wat het was, kon ik naar een therapeut gaan en zeggen dat ik perinatale OCD heb en gerichte hulp krijgen. Via de Angst Dwang en Fobie stichting (ADF) ben ik in contact gekomen met lotgenoten en heb ik andere moeders en vaders gesproken. Ook dat heeft mij veel opgeleverd. Maar dan moet je eerst wel weten wat je hebt.”

Met Marjolijn gaat het inmiddels veel beter dan toen, maar ze is nog steeds meer dan gemiddeld bezorgd wanneer het om haar zoon gaat. „De dwangklachten zijn niet weg, alleen handel ik er niet meer naar. Ik hoef er niet continu bovenop te zitten. Door de stichting ben ik milder naar mezelf gaan kijken. Mensen met angst- of dwangklachten voelen zich vaak schuldig. Maar toen ik bij lotgenoten zag hoe moeilijk ze het hadden, en wat voor lieve mensen het waren, dacht ik: waarom ben ik zo ongelofelijk streng voor mezelf?

Inmiddels ben ik onderdeel geworden van ADF en geef ik voorlichting aan zorgprofessionals over dwangklachten. Door het vertrouwen die ik van de stichting heb gekregen, kan ik mijn talenten ontwikkelen en heb ik ook veel meer vertrouwen in mezelf.”

Tips van de deskundige

Elena Hoogerwerf is cognitief gedragstherapeut & wetenschappelijk onderzoeker en werkt voor het Expertiseteam Angst & Trauma van Antes. Ook zet zij zich regelmatig in voor de Angst, Dwang en Fobie stichting (ADF). Voor Metro-lezers stelt ze drie praktische tips op voor moeders én partners:

1. Spreek je zorgen, gedachten en/ of angsten uit. Ga ermee naar je huisarts, verloskundige of gynaecoloog. Er rust een taboe op OCD, en sommige gedachtes roepen vaak veel schaamte op. Maar je komt pas bij de juiste specialistische hulp terecht, wanneer je uitspreekt welke klachten je hebt. Is de drempel te hoog? Begin dan met praten met je partner of een goede vriend(in).

2. Mensen met dwang worden verschrikkelijk angstig en vertonen gedrag wat eigenlijk niet nodig is. Je hoeft je handen niet honderd keer per dag te wassen, of constant je baby te controleren. Als partner wil je iemand met angst graag geruststellen, en ga je onbedoeld mee in dit gedrag. Maar als óók jij je handen gaat wassen, om de angst van je partner te sussen, doe je als partner ook iets wat niet nodig is en zitten jullie samen vast in de dwang. Hoe moeilijk ook: ga niet mee in de vicieuze cirkel van klachten en houd goed in de gaten wat er gebeurt met je zwangere of pas bevallen vrouw.

Het voelt naar om je partner bang te zien, maar die is er niet mee geholpen wanneer je in haar gedrag meegaat. Ook als partner mag je bij hulpinstanties aan de bel trekken.

3. De behandeling voor dwangklachten heet exposure therapie. Maar we zien dat veel mensen met dwang dit niet krijgen. Sommige hulpverleners willen een zwangere vrouw niet te veel ontregelen, en voelen zich niet prettig bij het geven van deze vorm van therapie, omdat het voor spanning kan zorgen. Toch is het belangrijk om voor jezelf op te komen en hier wél om te vragen. Jezelf blootstellen aan je angsten is een manier om erachter te komen dat je de spanning en verantwoordelijkheid kunt leren verdragen.

Je kunt hier zelf al een start mee maken: ‘Objectief gezien is het nodig om je handen te wassen. Maar gaat je baby dood als je niet je handen wast?’ Is het antwoord op de vraag nee, doe het dan niet. Je gaat angstig worden, maar exposure therapie gaat juist om het verdragen van deze spanning.

Romy heeft autisme en is moeder: ‘Het schoolplein blijft een uitdaging’

Hoe ga je om met volwassen kinderen die een kant kiezen na de scheiding van hun ouders?

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.

Reacties