Hoogleraar: ‘Weinig wetenschappelijke basis voor diagnose burn-out’
:format(jpeg):background_color(fff)/https%3A%2F%2Fwww.metronieuws.nl%2Fwp-content%2Fuploads%2F2020%2F07%2FMillenial-burnout-02.jpg)
We weten te weinig van de burn-out om een betrouwbare diagnose te stellen. Dat zegt Christiaan Vinkers, psychiater en hoogleraar Stress en veerkracht in de Jortcast. Recent werd de term burn-out in Zweden afgeschaft. In Nederland wordt de diagnose nog te makkelijk gesteld, zonder sterke wetenschappelijke basis, vindt Vinkers.
âMensen met burn-out stellen zich zeker niet aanâ, maakt Vinkers meteen duidelijk. âHeb je de diagnose burn-out gekregen van je huis- of bedrijfsarts, dan zit je gemiddeld een jaar thuis. Dus het is niet om te bagatelliseren.â
Burn-out niet vast te stellen
Vinkers liet zich tegenover Metro al eerder kritisch uit over burn-outs. Het probleem volgens Vinkers zijn niet de klachten. âHet gekke is dat de burn-out in Nederland een soort status aparte heeft gekregen als een goed te diagnosticeren aandoening door te veel stress. Maar het ingewikkelde is dat de wetenschappelijke basis daarvan heel zwak is en dat geen enkele dokter of psycholoog dat kan vast stellen. Mijn punt is: het gaat om ernstige klachten en je weet niet wat het is. Hoe kan je het dan behandelen?â
Om die reden zijn er ook geen officiĂ«le cijfers van hoeveel mensen er met een burn-out thuis zitten. âPsychiaters bemoeien zich er niet mee, maar ik denk dat het heel goed is dat psychiaters zich ermee bemoeien. Maar verder is het een beetje van de bedrijfsartsen en van de huisartsen, maar ook een heel groot circuit van mensen die zeggen dat ze een burn-out kunnen behandelen.â
Korreltje zout
Het begrip wordt op allerlei manieren gebruikt, legt hij uit. âDe term burn-outklachten moeten we met een korreltje zout nemen. Dat is een vragenlijst over vermoeidheid. Als je daar vaker dan eens per maand last van hebt, dan val je onder de 1,2 miljoen mensen met burn-outklachten. Dat zijn gewoon stressklachten.â
Ook andere vormen hoort hij veelvuldig. âJe hoort mensen zeggen: ik zit tegen een burn-out aan. Dat is een soort uiting dat je veel stress hebt. En je hebt mensen die soms twee, drie jaar thuis zitten. Dan heb je heel veel overlap met depressie. Dan kan je ook schade toebrengen door niet de goede diagnose te stellen.â
Weinig goed onderzoek
Welk alternatief we dan moeten gebruiken? âVoor hoeveel we over burn-out praten, hoe weinig goed onderzoek ernaar gedaan is. Het eerlijke, academische antwoord is: we weten het niet zo goed.â Volgens Vinkers is de overlap tussen depressie en burn-out fors. âMaar hoe groot, dat weten we niet precies.â
De term afschaffen, zoals in Zweden is gedaan, draagt niet bij aan minder mensen met klachten, vindt Vinkers. âMaar ik denk dat je twee dingen kunt doen. EĂ©n is: goed kijken naar wat burn-out wel en niet is en er echt een goede wetenschappelijke basis aan geven. En twee is: kijken naar hoe we het voor kunnen zijn, naar hoe kunnen we het snel herkennen.â
De Jortcast luister je via NPO Radio 1.
Jan Siebelink over zijn overleden vrouw: âIk roep nog steeds âGerdaâ onder aan de trapâ
Moederdag voor Geertje: âIk verzin zelf iets, ik bĂ©n moeder, al wordt mijn bestaan ontkendâ