Iza de Bruin
Iza de Bruin Health & mind 22 okt 2022
Leestijd: 9 minuten

Loes schreef een boek met haar therapeut: ‘Door therapie ben ik meer mijzelf geworden’

Een boek schrijven over je therapiesessies samen met je therapeut: Loes Vork bedacht én deed het. Samen met Adriaan van ‘t Spijker deelt ze hoe het is om in therapie te zitten en op welke manieren het je kan helpen. Metro sprak haar over het boek Denk je dat je mij kunt helpen?

‘Denk je dat je mij kunt helpen? – hoe het is om in therapie te zijn?’ is vaak het eerste dat een nieuwe cliënt vraagt aan een therapeut. Als je tijdelijk de weg kwijt bent of het niet lukt om in je eentje antwoorden op levensvragen te krijgen, kan het raadzaam zijn om professionele hulp in te roepen. Loes vertelt over haar ervaring.

Denk je dat je mij kunt helpen?

Waarom ben je in therapie gegaan?

„Ik was zelf niet eens op het idee gekomen dat therapie mij zou kunnen helpen. Ik voelde wel dat het mentaal slechter met mij ging, maar voor de rest ging het in mijn leven prima. Ik schrijf in mijn boek: Ik heb een fijne man, lieve kinderen, een mooi huis, leuk werk. Als iemand mij vroeg: ‘Hoe is het?’ Kon ik ook oprecht zeggen dat het goed ging. Op de vraag ‘hoe voel je je?’ was het antwoord anders: ik voel me waardeloos.

Ik dacht heel lang dat als ik wat beter mijn best zou doen, dat ik mij dan wel beter zou gaan voelen. Ik zat dus heel lang in een patroon van nóg beter mijn best doen, maar mij niet beter voelen. Destijds had ik niet in de gaten dat ik dat deed. Ik was zo moe en zo in paniek dat ik op aanbeveling van mijn vriendin maar een afspraak ben gaan maken bij een therapeut. Ik ben heel blij dat ik die stap heb gezet.”

Hoe was het om een boek te schrijven samen met je therapeut?

„Ik ben iemand die graag schrijft. Ik houd dagboeken en art-journals bij. Ik heb ook tijdens therapie veel aantekeningen gemaakt voor mijzelf omdat dat mij toen hielp om alles te verwerken en begrijpen. Toen ik het boek wilde uitbrengen vertelden uitgevers mij dat ik ‘niet iets super bijzonders had meegemaakt en ik ook geen beroemdheid ben’. Ik moest dus wat anders verzinnen.

Ik vertelde dat tegen Adriaan (haar therapeut, red.) en hij zei: ‘Als je dat gaat schrijven, zou ik het wel graag mét jou willen schrijven’. Daardoor veranderde de formule eigenlijk. Het ging niet meer over hoe een ene Loes uit Gouda is opgegroeid. Het is een boek over hoe het is om te gaan praten, wat er dan gebeurt in zo’n gesprek en hoe je daardoor dingen kan leren, beseffen of veranderen.”

Voelde het soms niet te intiem om te delen?

„Jazeker. Je geeft openheid waar normaal gesproken niemand bij aanwezig is. Ik heb drie jaar therapie samengevoegd in een boek, dus ook niet alles staat er in. Ik was daar zelf helemaal vrij in. Ik ben er dus helemaal oké mee om dit te delen. Ik krijg er eigenlijk alleen maar positieve reacties op. Ik vond naar therapie gaan vele malen spannender dan een boek uitbrengen. Ik stond daar elke week met knikkende knieën als ik weer moest aanbellen.”

Het is toch altijd spannend om naar therapie te gaan…

„Ja, je weet dat iemand vragen gaat stellen en zoeken naar wat erachter zit. Dat is vaak pijn of frustratie of schaamte. Want als alles goed gaat, dan ga je niet naar een therapeut. Al kan iedereen altijd een beetje therapie gebruiken. Want iemand vanuit buitenaf die met je meekijkt kan patronen zien die jij niet doorhebt, omdat jij er met je neus bovenop zit.”

Wat is de band tussen jou en Adriaan? Op welke manier is die afgelopen jaren veranderd?

„Hij is niet meer mijn therapeut, dus onze band is zeker niet meer hetzelfde. Hij heeft mij leren kennen door mijn verhalen, maar ik ken zijn verhalen natuurlijk niet. Je komt wel heel dichtbij elkaar. Niet door de verhalen, maar door zijn persoonlijkheid. Ik denk dat dat echt nodig is als je iets uit te werken hebt. Dat je een band opbouwt en je er fijn voelt bij elkaar. Ook vanuit de therapeut naar mij toe.”

Loes Vonk, therapie, denk je dat je mij kunt helpen?

Denk je dat er nog een taboe ligt op therapie?

„Ik zie het verschil in leeftijdsgroepen. Mijn dochter is begin twintig en toen zij begon over therapie op haar werk, deelde iedereen hun eigen ervaringen. In mijn eigen leeftijdsgroep – de vijftigplussers – merk ik dat we er onderling voorzichtig over praten. Mensen zijn bang dat het op de werkplek verkeerd wordt opgevat. In mijn boek staat ook: Als je op je werk vertelt dat je gaat hardlopen om je conditie te verbeteren, dan word je aangemoedigd, maar zodra je vertelt dat je naar therapie gaat om je mentale gezondheid te verzorgen… ja, daar krijgen ze een ander gevoel bij. Juist dat zou ik willen veranderen. En zeventigplussers, die zijn er over het algemeen nog minder open over.

Ik denk wel dat er meer openheid komt. Dat groeit vooral bij jonge mensen. Waar wel verbetering nodig is, is op de werkvloer. De veiligheid om het er over te hebben en de goede houding van werkgevers ontbreekt vaak nu nog.”

Op welke manieren heeft therapie jou geholpen?

„Elke dag heb ik weer een ander antwoord. Therapie heeft mij veel opgeleverd. Mensen vragen vaak of ik veranderd ben, maar ik ervaar het meer alsof ik door therapie meer mijzelf ben geworden. Aan het begin zei Adriaan tegen mij: ‘Je leeft met de rem erop’. En dat begreep ik destijds niet. Het betekent dat ik mijzelf tegenhield in alles. Ik had heel veel zelfkritiek. Daarmee saboteerde ik mijzelf. Door therapie heb ik vooral geleerd om van mijzelf te houden.

Ik ben niet van die zelfkritiek af. Het is een soort standaard instelling. Je verandert niet, maar wel de manier waarop je er mee omgaat. Vroeger geloofde ik die gedachtes en liet ik mij erdoor beïnvloeden. Nu denk ik: oh, dit is een oud patroon dat vroeger is ontstaan. Het is logisch dat ik dit denk. Ik hoef mijzelf niet op de kop te geven, máár ik hoef er ook niet naar te luisteren.”

Je schrijft in je boek: ‘Lief zijn voor je zelf, hoe doe je dat?’ Weet je dat inmiddels?

„Het is een thema dat in het boek steeds terugkomt. Van tevoren dacht ik dat therapie meer een soort stijgende lijn is, maar niks is minder waar. Het gaat eerder in een soort circkellijn, waarbij het goed gaat en dan weer niet, maar het  uiteindelijk toch een stijgende lijn is. Een soort pijpenkrul dus.

Die vraag over zelfliefde komt daarom ook telkens terug. Wat mij het meeste heeft geholpen, is dat er een therapeut tegenover mij zat die mij ten diepste oké vond. Dat zei hij niet, maar je merkt het aan alles. Ik heb er drie jaar voor nodig gehad om de gedachte te vormen dat het misschien niet raar is dat hij mij oké vindt, misschien ben ik ook wel gewoon oké.

Wat mij geholpen heeft om van mijzelf te houden, is dat iemand anders dat drie jaar lang voordeed. Ik voelde ook dat hij van zichzelf houdt. Het is makkelijker om het na te doen dan er zelf mee te beginnen.”

Wat doe je als je weer terugvalt in je oude patronen?

„Om de balans te bewaren, kijk ik altijd even in mijn art-journal. Daarin staan allemaal suggesties over wat ik kan doen als het even wat minder gaat. Ik heb ook geleerd tijdens therapie om te herkennen wanneer het niet goed gaat. Gelukkig helpen een aantal dingen, zoals creatief bezig zijn. Al is dat voor iedereen anders.”

Met welke intentie heb je het boek geschreven?

„Ik heb het boek geschreven met de wens dat het vele lezers gaat bereiken. In mijn hoofd zijn ze eigenlijk in twee groepen opgedeeld: de gewone mensen die soms nog weleens ergens tegenaan lopen en de therapeuten. Zo heeft Adriaan verteld dat hij op bepaalde punten ook weer een nieuwe kijk heeft gekregen op zijn vak.”

Vond je het fijn wanneer mensen vroegen naar je therapiesessies?

„Ik vond het heel fijn dat mensen van de situatie afwisten, maar om echt te bespreken wat ik ook al met Adriaan had besproken, dat zag ik niet zitten. Dat moest ik eerst zelf verwerken. Ik deed dat door te schrijven en te tekenen. Pas na zo’n drie weken kon ik het mijn naasten vertellen. Het voelt heel kwetsbaar. Het ging mij er meer om dat mensen het wisten en er begrip voor toonden. Ik houd er niet zo van als mensen lopen te vissen naar informatie.”

Denk je dat therapie voor iedereen is?

„Ik heb een holistische kijk op gezondheid. Als het niet goed met je gaat, zijn er allerlei verschillende ingangen die je kan benutten om het te verbeteren. Soms helpen lichamelijke activiteiten ook, zoals sporten, massages of je voeding aanpassen. Therapie is voor mensen die ervoor openstaan om te praten. Als je geen prater bent, dan is dat misschien niets voor jou. Al kan het ook zijn dat je dan de juiste therapeut nog niet hebt gevonden.

Ik was mij ervan bewust dat ik met Adriaan maar één ding aanpakte, maar dat mijn gezondheid meer nodig had. Daarom ben ik lange fietstochten gaan maken met mijn man en zie ik mijn vriendinnen vaker. Ik voel mijzelf daar een regisseur in: ik regel alles wat goed voor mij is.”

Stel een van onze lezers twijfelt over therapie en de stappen die je daarvoor moet zetten: wat zou je hen adviseren?

„Als je al twijfelt of er iets aan de hand is, dan is het vaak ook zo. Dan is het echt een goede zet om iemand in vertrouwen te nemen en erover te praten. Die wachtlijsten zijn nu helaas zo ontzettend lang. Juist daarom is het zo belangrijk om niet in je eentje ergens mee rond te blijven lopen. En omgekeerd ook: we hebben allemaal mensen om ons heen die met problemen rondlopen maar het er niet over hebben. Mensen moeten zich daarvan bewust worden.

Hoe tof zou het zijn als we beter naar elkaar gaan luisteren? Écht even aandacht. En niet meteen weer gaan relativeren, advies geven aan elkaar of zeggen: ‘Oh dat heb ik ook!’ Gewoon even luisteren naar elkaar. Therapie is natuurlijk beroepsmatig luisteren, dat gaat nog wel drie stappen verder. Ik denk wel dat het helpt als we ons eigen ding even aan de kant zetten en meer aandacht besteden aan de mensen naast ons. Het is zeker niet makkelijk om te doen, want we willen al gauw iets positiefs zeggen maar dat helpt in zo’n geval gewoon niet. Mijn therapeut vroeg aan mij: ‘Wat had je dan zelf gewild?’ Nou, dat iemand naast me ging zitten, een arm om mij heen sloeg en zei: ‘Wat rot voor je’ om vervolgens een kwartier laten een kop thee aan te bieden.”

Heb jij moeite met ‘nee’ zeggen? Deze tips helpen je

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.