Lisanne van Marrewijk
Lisanne van Marrewijk Gezondheid 8 mrt 2025
Leestijd: 6 minuten

Wat is belangrijk om als vrouw over je gezondheid te weten? ‘Gezondheidszorg is niet op vrouwen ingericht’

Vrouwen leven gemiddeld langer dan mannen, maar hun klachten worden minder snel herkend, ze krijgen vaker te horen dat hun klachten psychisch zijn en ze worden in medisch onderzoek regelmatig niet meegenomen. Hoe kan het dat het vrouwenlichaam nog altijd minder goed begrepen wordt dan het mannenlichaam? En wat betekent dat voor het krijgen van de juiste zorg? Niet voor niets op Internationale Vrouwendag: een duik in (de kenniskloof rondom) de gezondheid van de vrouw.

Vandaag lanceert het boek Diagnose: Vrouw van WOMEN Inc, de belangenorganisatie ter versnelling van de emancipatie van vrouwen. Metro spreekt met Femke van Heun, redacteur bij WOMEN Inc. over het boek en wat je als vrouw wilt weten over je gezondheid. 

Vrouwen ondervertegenwoordigd in medisch onderzoek

‘Vrouwen zijn de lul als het gaat om gezondheid. Ze worden behandeld alsof ze mannen zijn en krijgen daardoor niet de juiste zorg’, zo begint Emma Lok, directeur van WOMEN Inc., het voorwoord van het boek. 

Scherper dan dat kunnen we het (helaas) niet brengen. Historisch gezien zijn vrouwen ondervertegenwoordigd in medisch onderzoek, zowel in onderzoek naar het menselijk lichaam als in onderzoek naar medicatie en behandelingen. Het waren van oudsher mannelijke dokters die veelal onderzoek deden naar een schreven over het mannelijke lichaam.

Het mannelijk lichaam als de norm

Het gevolg? Er is te weinig kennis over hoe het vrouwenlichaam werkt, de klachten die vrouwen ervaren en de effectiviteit van medicatie bij vrouwen. Daar komt langzaamaan verandering in nu meer vrouwen in de geneeskunde werken, maar de achterstand die is ontstaan, is nog lang niet ingehaald.

„Dit boek moest er komen omdat iedere vrouw moet weten dat de gezondheidszorg niet op haar is ingericht”, zegt Femke van Heun. „Het is belangrijk om te bundelen wat we wél weten, want er is gelukkig steeds meer aandacht voor de verschillen tussen mannen en vrouwen in de medische wetenschap. Maar tegelijkertijd moet er nog veel onderzoek worden gedaan.” 

Een van de voorbeelden die ze noemt, is het verschil in symptomen bij een hartinfarct: „Bij vrouwen uit zich dat vaak anders dan bij mannen. 15 jaar geleden was daar veel minder over bekend, maar door meer onderzoek en bewustwording begint dat te veranderen.”

Ongelijkheid in diagnose en behandeling

Toch is er nog een lange weg te gaan. „Zowel op het gebied van vrouwspecifieke aandoeningen, die betrekking hebben op de menstruatiecyclus en hormonen, maar ook naar aandoeningen die zich bij vrouwen anders uiten en waar een andere behandeling voor nodig is. En dan moet al die nieuwe kennis ook nog worden overgebracht naar de zorgverleners”, vertelt Van Heun.

Zo is de invloed van hormonen op verschillende levensfasen van de vrouw enorm, maar daar weten we nog te weinig van. „Pijnklachten zoals bij endometriose of PMS worden lang niet altijd serieus genomen en er is te weinig onderzoek naar gedaan. Veel vrouwen met endometriose krijgen te horen dat het ‘erbij hoort’ of dat ze last hebben van darmklachten. De gemiddelde tijd tot een juiste diagnose bij endometriose is 7 tot 10 jaar”, legt Van Heun uit. „En zelfs als we een aandoening wel herkennen, weten we vaak nog niet goed wat de oorzaak is of wat de beste behandeling zou zijn.”

De impact van een medisch systeem gericht op mannen

Historisch gezien baseren mannelijke artsen hun kennis al eeuwenlang op mannenlichamen. „Vrouwen werden niet meegenomen in onderzoek en er was maar weinig aandacht voor de vrouwelijke geslachtsorganen. En als die er was, verdween die informatie ook nog eens uit de geschiedenisboeken”, vertelt Van Heun. „Alles is lang vanuit het perspectief van de man geschreven.”

En dat is op zijn zachtst gezegd onhandig, want het vrouwenlichaam verschilt sterk van het mannenlichaam: de organen werken anders, de vetverdeling is anders, geslachtschromosomen zijn anders en ook de geslachtshormonen zijn anders verdeeld. Met het gevolg dat het vrouwenlichaam medicijnen anders verwerkt. Soms zelfs zo anders, dat het geen effect blijkt te hebben.

Bovendien ervaren vrouwen vaak een ander klachtenpatroon dan mannen, zowel bij mentale als fysieke aandoeningen: „Een van de voorbeelden in het boek dat mij erg aangreep, is het verhaal van Maxine die bij de cardioloog komt met een hartaanval, maar naar huis wordt gestuurd omdat de klachten en testen niets uitwijzen. Later kreeg ze alsnog een levensreddende operatie, maar niet zonder gevolgen. Doordat haar klachten niet werden herkend, heeft ze hevige hartschade opgelopen.”

Een ander voorbeeld? Ook ADHD en autisme worden bijvoorbeeld veel later bij meisjes ontdekt dan bij jongens, omdat zij het anders uiten.

Hoe nu verder?

Volgens Van Heun zijn er twee belangrijke pijlers om de gezondheidszorg inclusiever te maken. De eerste pijler is een gendersensitieve gezondheidszorg. Van Heun: „Er moet structureel meer aandacht komen voor de lichamelijke verschillen tussen mannen en vrouwen (zoals hormonale klachten) en voor de verschillen in aandoeningen bij beide seksen, zoals hart- en vaatziekten of reuma.” 

De tweede pijler is een Nationale Strategie Vrouwengezondheid opnemen in het volgende regeerakkoord om de gezondheidszorg beter in te richten. „Hierin lopen we in Nederland sterk achter op buurlanden, zoals Engeland”, benadrukt Van Heun.

„De Tweede Kamer heeft ingestemd met een motie die de minister van Volksgezondheid oproept om een Nationale Strategie Vrouwengezondheid op te stellen. Tot nu toe heeft ze aangegeven daar geen personeel en financiële middelen voor vrij te maken. Wij hopen dat daar verandering in komt, zodat we dit probleem op landelijk niveau verder kunnen oplossen. Want er is niet alleen meer onderzoek nodig, maar ook een vertaling van onderzoek naar de praktijk en meer aandacht voor het vrouwenlichaam in opleidingen.”

Meer aandacht in de geneeskundeopleiding voor vrouwengezondheid

Want ook in het onderwijs is er nog weinig aandacht voor het vrouwenlichaam. „Terwijl juist de aandacht die er in de opleiding voor is, hopelijk een goed effect heeft op de toekomst”, zegt de redacteur. Toch is de tijd die in de geneeskundeopleiding aan vrouw-specifieke aandoeningen wordt besteed in de laatste jaren juist verder ingekort.

„Op dit moment is dat minder dan zes weken”, weet van Heun. „Terwijl minstens de helft van de patiëntenpopulatie uit vrouwen bestaat en iedere vrouw door belangrijke hormonale fases gaat die vaak gepaard gaan met klachten, zoals de overgang. Als artsen daar niet voldoende over weten, kunnen ze hun vrouwelijke patiënten niet goed helpen.”

Wat kun je zelf doen?

Toch benadrukt Van Heun dat de oplossing niet bij de vrouw hoort te liggen. „Iedereen heeft recht op passende zorg en het is niet de verantwoordelijkheid van de vrouw om zichzelf te moeten bewijzen of uitleggen tegenover een zorgverlener. De gezondheidszorg moet beter op vrouwen worden afgestemd. Maar het kan wel helpen om je symptomen goed bij te houden en te kijken hoe je hormonale cyclus invloed heeft op je klachten. Door je in te lezen, kun je een arts beter uitleggen wat er aan de hand is.” 

Er is in Nederland nog veel werk aan de winkel als het gaat om vrouwengezondheid. Maar door het probleem zichtbaar te maken en druk uit te oefenen op beleidsmakers, kunnen we hopelijk zorgen voor een betere toekomst voor de volgende generaties vrouwen. En met het boek waarin alles staat gebundeld wat we tot nu toe weten, inclusief talloze ervaringsverhalen van vrouwen, zet WOMEN Inc. alvast een belangrijke stap in de goede richting.

Meer weten over gezondheid? In deze stukken helpen we je op weg:

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.

Reacties