Hoe de vrijheid lonkte

Asko de Vries Robles 28 sep 2017

De diagnose klonk als een Salomonsoordeel, hooguit vijftig meter lopen met rollator en niet meer dan dat. Herstel viel niet meer te verwachten, in de spiegel zag ik een gedrocht met een wanstaltig looppatroon. De eerste schreden leken gehinderd te worden door mijn zevenmijlslaarzen, de oude Swen in een nieuw jasje. De geest stond nog wel op eigen benen, geen status spasticus en in het looppatroon dat hortend en stotend op gang kwam, weerklonk de lokroep van vroegere tijden. Ja, de carrosserie was nog wat roestig, maar de vrijheid lonkte al bij de eerste stappen. De medische denktank kon mij echter niet bijbenen en verzegelde mijn lot met een predicaat, het zogeheten neurologisch herstel. Opnieuw werd mij een dwangbuis omgegespt. Mijn zinnen had ik echter gezet op het gras, dat wel degelijk groener is aan de overzijde. Mijn hand bloeide open en werd een “functionele” hand, veters strikken zoals mijn strikdiploma betaamt. Het kind van vroeger stond op en schudde de jaren van zich af. Inmiddels loop ik met zevenmijlslaarzen, het predicaat ligt bij het grof vuil, de gebochelde loopt rechtop. De dienstdoende neuroloog zag bleek om zijn neus, toen hij mij wederom trof, deze maal bij bewustzijn. De beste man dook onder in zichzelf, zijn witte jas fonkelde vervaarlijk, toen hij de verantwoordelijkheid voor de medische misser naar het rijk der fabelen verwees. Zelfs nu wist hij mij nog te reduceren tot object, onverklaarbaar fenomeen, maar bovenal van ondergeschikt belang. De neurologische wetenschap wist mij op miraculeuze wijze het leven te redden. De kundige neurochirurg bevrijdde mij van de tumor ter grootte van een sinaasappel, die mijn hersenstam inklemde. In mijn visie was hij het werktuig van een hogere macht en in die hoedanigheid zal ik hem eeuwig dankbaar zijn. Het neurologisch herstel bleek echter een onontgonnen gebied en viel buiten het bestek van de wetenschap. Als kasplant lag ik zeven maanden lang in foetus houding, de lakens te bevuilen. Mijn vrouw koesterde ijdele hoop, zo werd gezegd. Niets bleek minder waar en uiteindelijk kwam ik bij bewustzijn. Vijf jaar later schrijf ik mijn relaas, ik bedoel maar!