Karaktermoord op de vrijetijdswielrenner

Vanochtend las ik een nogal tendentieus stukje in Metro over een hondje dat was doodgereden door een "kamikazepiloot" van een wielrenner. Een vervelend incident, maar om dit te gebruiken voor de zoveelste karaktermoord op de vrijetijdswielrenner gaat me te ver. Tijd voor wat perspectief.

Ik beschouw mezelf als een beschaafde wielrenner. Ik heb een bel, geef richting aan, doe geen roekeloze dingen, en bedank mensen die ruimte maken om mij te laten passeren. Daarbij probeer ik te anticiperen op onverwachte situaties. Net als iedere verkeersdeelnemer vind ik het niet prettig als ik word gehinderd, dus mijd ik drukke plaatsen.

Desondanks doen zich iedere rit situaties voor die de nodige ergernis oproepen. Een kleine bloemlezing:

– Mensen die afslaan zonder te kijken en zonder richting aan te geven.
– Scholieren die met meerdere naast elkaar fietsen en de weg blokkeren.
– Fietsers die links rijden met oortjes in.
– Zwabberende fietsers die alleen oog hebben voor hun telefoon.
– Senioren op e-bikes die zigzaggend over de weg gaan.
– Mensen die de weg opdraaien/oversteken zonder te kijken of er iemand aankomt.
– Fietsers die andere fietsers gaan inhalen terwijl ik er naast zit.
– Mensen die hun hond ongelijnd uitlaten en midden op de weg lopen, al dan niet met oortjes in.
– Automobilisten die frontaal op me in komen rijden omdat ze links een parkeerplek hebben gezien.
– Mensen die in een blinde bocht met hun fiets overdwars stilstaan op een smal fietspad.
– Fietsers die na drie keer bellen eindelijk aan de kant lijken te gaan, zich rot schrikken als ik ze inhaal, en me vervolgens verwensingen naroepen.
– Mensen met capuchons over hun hoofd die zomaar uitwijken.
– Automobilisten die vlak voor me een smalle weg opdraaien en dan langzaam gaan rijden.

Zo kan ik nog wel even doorgaan. Meestal onderga ik een dergelijk voorval hoofdschuddend en probeer ik het los te laten, maar af en toe wordt het me teveel en maak ik een opmerking richting de persoon in kwestie. Of een schreeuw, als de persoon oortjes in heeft.

Ieder verhaal heeft twee kanten. Ja, er zijn asociale wielrenners. En ja, groepen wielrenners kunnen intimiderend zijn, al is hun gebrul doorgaans bedoeld om elkaar te waarschuwen voor naderend gevaar—niet om anderen van de weg te drukken. Maar met demoniseren schiet niemand iets op. Nederland is een druk land, dus we moeten allemaal ons verstand gebruiken en rekening houden met elkaar. Dat geldt ook voor niet-wielrenners.