1 jaar na de staatsgreep in Turkije 15 juli

Nihâl Esma Altmis 20 jun 2017

15 juli 2016, mijn ouders en ik zijn met de auto onderweg naar Turkije. We zijn bijna aan de grens van Bulgarije. Plots worden we vanuit Nederland gebeld dat we terug moeten komen, er is een aanslag gepleegd in Turkije.
Op dat moment stond de wereld stil.
Volgens president Erdoğan en een groot deel van het Turks volk zitten Fethullah Gülen en zijn aanhangers achter deze couppoging.
Na die dag is Turkije nooit meer hetzelfde geweest.
Na die dag is Turkije nog nooit zo verdeeld geweest.

In Nederland zijn de Turkse gemeenschappen uit elkaar gevallen, een plek waar we bij elkaar kwamen voor ontmoeting en verbinding met Allah werd een politiek oorlogsveld. Er is een bepaalde spanning aanwezig, als we het zouden hebben over de couppoging valt er een stilte.
Men wordt afgerekend op zijn/haar politieke voorkeur, als je aanhanger bent van Fethullah Gülen dan ben je niet meer welkom. Je hoort er niet meer bij, je bent geen mens meer, geen Turk.
Je bent een landverrader.

16 april 2017, mijn vader kijkt op tv naar de uitslagen van het referendum voor de grondwetswijzigingen in Turkije. Na de uitslag houd president Erdoğan een speech;
“Turkije is nog nooit zo één geweest!”
Turkije is sinds vorig jaar niet meer één, de stemmen laten die verdeeldheid zien. 51,3% waren de JA-stemmers en 48,7% de NEE-stemmers. Als NEE-stemmer en iemand die kritiek heeft op Erdoğan wordt je gelabeld als FETÖ terrorist en een landverrader. Turkije is verdeeld geworden sinds die dag en het ergste is dat de verdeeldheid wordt aangemoedigd door Erdoğan, het gaat altijd over de hainler (landverraders) op het nieuws en niet mensen.

Als president van jouw land representeer je iedereen, wat hun politieke voorkeur ook mag zijn, wat er ook gebeurd mag zijn, je bent er voor iedereen.
Als er iets is wat de Turken zo speciaal maakte was het de sterke broederschap onder elkaar en de trots op het land. Maar dat sterke trots, die nationalisme en verdeeldheid die Erdoğan bleef goedkeuren hebben dat vernield.

Als er iemand is die het land zou moeten samen brengen en herstellen bent u, president Erdoğan dat. Vertel uw volk om elkaar te ontmoeten voorbij goed en fout, voorbij alle politiek. Als wij broeders en zusters dan niet kunnen, wie gaat dan wel het voorbeeld geven?

“Er is een veld voorbij de ideeën van goed en fout.
Ik zal je daar ontmoeten.”
– Rumi