Op Visite…

Mike Geijtenbeek 20 okt 2017

Ik heb net een rijles achter de rug in de lesauto en ik heb me laten afzetten bij m’n tante, want we gaan samen op visite. M’n tante opgehaald en samen in de auto richting jou, bij de stoplichten rechtsaf en dan een beetje ongemakkelijk met een 45-kilometerautootje op een 80-weg, we zijn er bijna. Net na het ecoduct rechts, de parkeerplaats op.

We stoppen de auto en m’n hand voelt zwaar als ik de deur wil open doen, ik wil niet. Ik ben te lang niet geweest, ik voel me schuldig en bezwaard en heb zelfs geen bloemetje of iets meegenomen, dat neem je normaal wel mee toch… Met lood in mijn schoenen en een brok in mijn keel, slof ik over de gang die me naar jou brengt. Ik schop wat tegen het grind en probeer afleiding te zoeken in de kleuren van de steentjes, een moeilijke opgave als je kleurenblind bent. Ergens in de verte zie ik je al, je bent daar achter een bosje van een meter hoog.

Maar ik wil niet, ik heb te lang in mijn hoofd kunnen volhouden dat er niks aan de hand was. En het voelt gek om op visite te komen, terwijl ik daar 8 maanden geleden alleen de voordeur voor hoefde open te doen. Nu moeten we een beetje ongemakkelijk 50 rijden op een 80-weg om je te kunnen zien. En ik heb niet eens een bloemetje meegenomen.

Eenmaal bij je weet ik niet waar ik moet kijken of wat ik moet zeggen. Ik heb niet echt iets te melden, een mislukte relatie, een weekendje weg of het feit dat ik nog niet helemaal voor mezelf kan zorgen zijn onderwerpen die ik liever niet aansnijd bij je, dus ik kijk maar een beetje quasinonchalant over m’n schouder, praat in m’n hoofd over het weer en ik probeer of het lukt om m’n ogen heel hard dicht te knijpen, dan snel open te doen en dat ik dan gewoon weer thuis ben. Ik wil weg…

Ik loop weg, gooi een propje papier op de grond en uit mijn frustratie op een onschuldige buxus. Terug in de auto, linksaf de 80-weg op maakt het me niet uit dat de auto’s ons inhalen, het voelt ook niet ongemakkelijk. Het enige dat nu nog ongemakkelijk is, is dat ik voor het eerst in 22 jaar bij je ben en geen idee heb wat ik moet zeggen of waar ik mijn handen moet laten.

Geen zorgen, ik zal echt nog wel vaker op visite komen en de 80-weg trotseren, maar wil jij dan alsjeblieft beginnen met praten? Ik kom namelijk niet verder dan “lekker weer hè?” en daarvan ga ik onschuldige, nette buxusjes aanvallen.