De mythische billen van Doutzen

Rob van Meer 23 apr 2018

Nu ik wat lessen Griekse mythologie heb gevolgd weet ik dat mijn terugreis naar huis zomaar eens tien jaar zou kunnen duren. Ik ben dus op mijn hoede al is de kans klein dat ik op de A58 door een cycloop, Kerberos of ander eng mythisch monster word uitgedaagd. Kennis van de antieke godenleer laat je anders naar de wereld kijken. Niet alleen in musea en literatuur, maar ook op de snelweg.

Terwijl Persephone bloemen plukt op Sicilië gooi ik mijn zijraampje verder omlaag op deze zonovergoten dag. De zomer begint vroeg in april. Levensgevaarlijk groot kijkt Doutzen Kroes me zwoel aan vanaf een rijdende Hunkemöllerreclame. Zij is voor mij de vrouw die een tweede Troje verdient. Sterker nog, ik zou beide achillespezen laten doorklieven in ruil voor een kop koffie met deze Friese Helena.

Die billen! Ze pronken als een ware tantaluskwelling terwijl ik ademloos met starende blik enkele seconden de verkeersveiligheid tart. Om niet koste wat kost als een geile Zeus enige ijdele hoop te koesteren, houd ik me voor dat Doutzen waarschijnlijk als straf gestuurd is om de doos van Pandora te gaan openen – met alle ellende van dien.

Haar weinig verhullende lingerie laat vrijwel niets te raden over van haar goddelijke lichaam, maar hoe kroesepoes eruitziet wordt overgelaten aan de fantasie van haar betoverde voorbijganger. Inmiddels rijdt ze schuin achter me zodat ik net als Orpheus niet meer achterom zal kijken. Daarom dwing ik mezelf ook de autospiegels te vermijden.

Met de Victoria’s Secret kerstspecial nog scherp op mijn netvlies zie ik Doutzen met engelenvleugels getooid. Een oogverblindend mooie hoogvliegende Icarus. Mijn armen zullen haar zo nodig opvangen; géén drenkeling, géén laatste rustplaats op een van de Waddeneilanden, géén Doutzische zee. Dát zou ik wensen.

Een domme wens? Ik behoed me ervoor om niet de ezelsoren van koning Midas te krijgen en grinnikend check ik de binnenspiegel. Oeps… Donderslag bij heldere hemel. De lucht wordt gitzwart, een dichte nevelmist belemmert het uitzicht – vaarwel Kroessie.

Later hoor ik op de radio dat er een vrachtwagen geschaard staat. Doutzens billen staan tegen een vangrail geparkeerd. Een drietal voertuigen en een geschrokken automobilist die ‘even afgeleid’ bleek. Hades hoeft verder niemand te komen halen, oppergod Zeus is barmhartig.

De radio zet ik zachter, mijn blik veilig op de weg. Ik verlang naar huis want als het goed is heeft Hermes vandaag mijn vliegticket voor het Griekse eiland Ithaka bezorgd.